22 januari

• Nederlands
• ISK

22 januari

Programma

15 minuten zelf lezen

verder met het thema eten:

- lekker / vies

- ontbijt, lunch, diner

Doel: je leert woorden voor een gesprek over eten

je gebruikt deze woorden

Lekker

Ik vind ... lekker.

Ik vind ... heel lekker.

Ik vind ... het lekkerst. 

Vies

Ik vind ... niet zo lekker.

Ik vind ... vies.

Ik vind ... helemaal niet lekker!

Oefenen

Vraag: Wat vind jij lekker?

Antwoord ...

Vraag de ander wat zij / hij lekker vindt. 

Vraag: Wat vind jij vies?

Antwoord ...

Vraag de ander wat zij / hij  vies vindt. 

Opdracht

Vraag 5 klasgenoten wat ze lekker en vies vinden.

Schrijf de antwoorden op. 

Je krijgt vijf minuten. 

Wanneer eet je?

In Nederland:

ontbijt 7 uur 's morgens

lunch 12 uur 's middags

diner (avondeten) 18 uur 's avonds

Is dat hetzelfde als in jouw geboorteland? 

Opdracht

Vul bij taak 1 het schema in

voor Nederland en je geboorteland.

Vul in hoe laat je de maaltijden eet en wat je eet.

Vragem?

Opdracht

Als je klaar bent, steek je vinger op. 

De docent kijkt mee.  

Daarna mag je verder met 2 

Wat vind je niet zo lekker?

Wat vind je vies? 

Klaar? Laat de docent meelezen. 

Opdracht

Als je tijd over hebt, mag je beginnen met opdracht 4 bij taak 1.

Huiswerk

Opdracht 4 van taak 1 is huiswerk voor donderdag

als je deze nog niet klaar hebt. 

Wat heb je geleerd?

Heb je nieuwe woorden geleerd? 

Heb je verschillen tussen Nederland en je geboorteland geleerd?

Misschien heb je iets anders geleerd?

Wat heb je geleerd?