Les 2 - dossieropdracht 5 - Merle Alberts - ITO3

Goedemorgen!

ITO3

Wat gaan we doen vandaag?

• Leerdoel van de les
  
• Uitleg samenstellingen
• Aan de slag met samenstellingen!
• Afsluiting 

Tijdens deze les leren jullie hoe jullie van woorden andere woorden kunnen vormen.

Voorkennis ophalen

Hoe vorm je woorden? 

Kun je van woorden weer andere woorden maken?

Heb je voorbeelden?

Samenstellingen

= een samenstelling ontstaat wanneer twee of meer woorden worden gecombineerd om een nieuw woord te vormen met een nieuwe betekenis. 

Voorbeelden

Zon + bril = Zonnebril

Auto + weg = Autosnelweg

Huis + dier = Huisdier

Woordslang

1. Iemand begint met een woord. Bijvoorbeeld: vogel.

2. De persoon ernaast moet nu beginnen met het woord 'vogel'. Daarachter komt een nieuw woord te staan. Bijvoorbeeld: Vogelhuis. 

3. De volgende persoon moet met het woord 'huis' beginnen en volgt daarna weer stap 2. Bijvoorbeeld: huisdier.

Wat is het?

Variant van 'Wie is het?'

Wat heb je nodig?

- Kaartjes met samenstellingen

Wat is het?

1. Ik kies een persoon uit die van mij een kaartje met een samenstelling krijgt. 

2. De persoon moet de samenstelling aan de klas beschrijven zonder dat hij/zij die woorden zegt.

3. Woord geraden = nieuw persoon!

Afsluiting

Hoe vonden jullie deze les? Waarom?

Wat weet je nu over samenstellingen wat je eerst niet wist?

Is het leerdoel bereikt?