samengestelde zinnen

Welkom bij Nederlands


Check:
  • Zit je telefoon in je tas / rug/broekzak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands


Check:
  • Zit je telefoon in je tas / rug/broekzak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je leert:

*samengestelde zinnen ontleden;
het werkwoord in een *samengestelde zin goed spellen;
*dat het onderwerp soms ontbreekt in het tweede deel van een samengestelde zin.
lesdoel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf in 1 minuut een zo lang mogelijke, logische zin. Gebruik en, of, maar, want. Je maakt deze opdracht alleen en in stilte.
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions





Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.






Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas. 


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister. 


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 
Samengestelde zinnen
Losse zinnen

Slide 4 - Diapositive

Welke zinnen lezen fijner in een verhaal? 

Wat zie je?

Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
A
2 losse zinnen
B
1 samengestelde zin

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je?

In de stortregen zoeken de scholieren een bushokje, zodat ze kunnen schuilen.
A
2 losse zinnen
B
1 samengestelde zin

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.






Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis




Samengestelde zinnen
Losse zinnen
Hoeveel persoonsvormen?

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 




Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.






Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis




Samengestelde zinnen
Losse zinnen
2 persoonsvormen
2 persoonsvormen

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 



Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.





Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis




Samengestelde zinnen
Losse zinnen
2 zinnen
2 persoonsvormen
1 zin, 2 persoonsvormen
1 voegwoord

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 
Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister. 

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 
Samengestelde zinnen
voegwoorden: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is dit geen samengestelde zin? Wat mist er?

Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
In de stortregen
zoeken
de scholieren
een bushokje
zodat
ze
kunnen
schuilen.

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
John
kan 
niet meer
pinnen
want
hij 
is
zijn pincode
vergeten.

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions




Wat?
  • Learnbeat 2.1 maken

Hoe?
  • Op de IPad

Klaar? 
  • Lezen



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 



Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions