les 4 een reeel beeld tekenen

les 4 een reëel beeld tekenen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

les 4 een reëel beeld tekenen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
3.4.1 Je kunt lichtstralen door een positieve lens construeren.
3.4.2 Je kunt uitleggen wat een reëel beeld is.
3.4.3 Je kunt met een positieve lens een reëel beeld construeren van een voorwerp.
3.4.4 Je kunt uitleggen wat de voorwerpsafstand en de beeldafstand zijn.
3.4.5 Je kunt de vergroting door een positieve lens berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

voorwerp en beeld
Een film die je op een groot bioscoopscherm ziet, is in werkelijkheid een doorzichtig lcd-scherm van maar 35 mm breed en 18 mm hoog. 
Het licht van het scherm gaat eerst door een positieve lens.
 Het beeld van het lcd-scherm zie je op het bioscoopscherm. 
Het lcd-scherm is het voorwerp en de film op het bioscoopscherm het beeld. 

Slide 4 - Diapositive

construeren
Van de projectie van een film op een bioscoopscherm kun je een schematische tekening maken. 
In de figuur hiernaast is L het lichtpunt.
De lens is positief.
F geeft het brandpunt aan.

 Uit punt L gaat een lichtstraal door het midden van de lens. Deze lichtstraal gaat rechtdoor. Hij wordt niet afgebogen.

Slide 5 - Diapositive

construeren
er loopt een tweede lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas naar de lens. Deze lichtstraal wordt wel door de lens afgebogen. Na breking gaat deze lichtstraal door het brandpunt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

camera
bij een fotocamera is het voorwerp groter dan het beeld.

 De lens van de camera maakt een beeld van de basketballer op de lichtgevoelige chip, de CCD. 

In dit geval is de basketballer het voorwerp.

 Het voorwerp is hier groter dan het beeld.

Slide 8 - Diapositive

camera
Met twee constructiestralen kun je een juist beeld construeren van de basketballer voor de fotocamera. 

Dit voorwerp (de basketballer) kun je dan afbeelden op de lichtgevoelige chip.

 Zo’n beeld noem je een reëel beeld. 

Het beeld ziet er precies hetzelfde uit als het voorwerp.

Slide 9 - Diapositive

Construeren van een reëel beeld
Construeren van een reëel beeld gaat in vijf stappen:
1 Teken op de hoofdas het voorwerp V als een pijl. De pijl begint op de hoofdas en staat rechtop. De pijlpunt V is de top van het voorwerp 
2 Teken de lens en de brandpunten op schaal .
3 Teken de twee constructiestralen vanuit de top van V .
4 Zet een B bij het punt waar de stralen elkaar snijden. B is de top van het beeld. Het beeld begint op de hoofdas en staat dus op zijn kop.
5 Teken het beeld.

Slide 10 - Diapositive

opdracht 1 en 2 (BLZ 174)
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Voorwerpsafstand en beeldafstand
De grootte van het beeld wordt bepaald door de afstand tussen het voorwerp en de lens.

 Deze afstand heet de voorwerpsafstand.
Hoe verder het voorwerp van de lens af staat, hoe kleiner het beeld.
 Een klein beeld staat altijd dicht bij de lens.
 De afstand van de lens tot het beeld heet de beeldafstand. 

Slide 14 - Diapositive

opdracht 3 t/m 5 (BLZ 175-177)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive