11.1 + 11.2: Zintuigenstelsel en 10 zintuigen van de mens

11.1 + 11.2: Zintuigenstelsel en 10 zintuigen van de mens
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

11.1 + 11.2: Zintuigenstelsel en 10 zintuigen van de mens

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 11.1 en 11.2
  •  Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  • Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en  het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn. 

  • Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Zintuigen
- Een zintuig is een orgaan dat
reageert op prikkels uit de omgeving.

- Alle zintuigen samen noem je
het zintuigenstelsel

Slide 3 - Diapositive

Ontstaan van impulsen?
  • Zintuig vangt een prikkel op.
  • Als de prikkel sterk genoeg is ontstaat een impuls. 
  • Als de prikkel te zwak is ontstaat geen impuls. 
  • De drempelwaarde is de laagste prikkelsterkte die nodig is om nog een impuls op te wekken.



Slide 4 - Diapositive

Adequate en niet-adequate prikkels
  • Elk zintuig is speciaal gevoelig voor 1 soort prikkel,
    we noemen dit de adequate prikkel. Bijvoorbeeld
    de adequate prikkel van je oog is licht.
  • De drempelwaarde voor de adequate prikkel ligt
    veel lager dan voor een niet-adequate prikkel.

  • De plaats waar een impuls in de grote hersenen
    wordt verwerkt bepaald wat je waarneemt.



Slide 5 - Diapositive

Beïnvloeding hoe je iets waarneemt
Hoe je iets waarneemt wordt door 3 manieren beïnvloed:
  • Als een prikkel vaak wordt herhaald raak je er aan
    gewend. We noemen dat gewenning.
    Er ontstaan dan veel minder impulsen
  • Je motivatie bepaald of je een prikkel waarneemt en reageert.
  • Snelheid waarmee de hersenen prikkels kunnen verwerken is verschillend.

Slide 6 - Diapositive

Het gezichtszintuig
Zitten in je ogen
Adequate prikkel is licht
Zintuigcellen vormen het netvlies

Slide 7 - Diapositive

Het gehoorzintuig en evenwichtszintuig
  • Zit in je oren
  • Adequate prikkel zijn geluidstrillingen die brengen het trommelvlies tot trillen, vervolgens gehoorbeentjes. 
  • Evenwichtsorgaan meet de stand van je hoofd ten opzichte van de zwaartekracht. Het meet ook je snelheid.

Slide 8 - Diapositive

Zintuigen in de huid
  • Tastzintuigen in tastknopjes reageren op lichte aanraking.
  • Drukzintuig, liggen diep in de huid reageren als er op de huid wordt gedrukt.
  • Warmtezintuigen reageren als huid met iets warms in contact komt.
  • Koude zintuigen reageren als de huid met iets kouds in contact komt.
  • Pijnpunten nemen schadelijke prikkels en pijn waar. Het zijn vrije uitlopers van gevoelszenuwcellen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Het reukzintuig
Ligt in je neus
Adequate prikkel is geur

Slide 11 - Diapositive

Het smaakzintuig
  • Op het oppervlak van de tong
  • Herkennen alleen zoet, zout, zuur, bitter en umami
  • Andere smaken gaan via reuk

Slide 12 - Diapositive

Samengevat:
Bij het oor moet ook het evenwicht zintuig staan
Bij de huid moet ook het drukzintuig staan

Slide 13 - Diapositive

Aantekening 11.1
Adequate prikkel: een zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel. 
Drempelwaarde: de laagste prikkelsterkte waarbij een impuls ontstaat.
Gewenning: Je raakt gewend aan een bepaalde prikkel. 
Waarneming: wordt beïnvloed door gewenning, motivatie en snelheid van de verwerking in de hersenen.

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk 
11.1
Lees basisstof 1 (blz 184 en 185)
 Maak in je boek opdracht 4 t/m 6

11.2
Lees in je boek bladzijde 188 t/m 191
Maak opdracht 4, 6 en 7

Slide 15 - Diapositive