Leestoets 3/4 & Over taal 5/6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

_______________________________

          

____

leestoets

- herken je teksten met een mening;

- ken je het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten;

- kun je feiten en meningen herkennen;

- herken je signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien.

- heb je geoefend met wat je in eerdere blokken geleerd hebt; (verwijswoorden, signaalwoorden, onderwerp, hoofdgedachte, kernzinnen, etc.)

- heb je verschillende soorten teksten gelezen.

(informatieve, overtuigende, activerende, etc.)

Aan de slag

klaar?? 

dan boek lezen..

Aan het einde van de les

• begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
  
• begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
  
• weet je wat een dubbele ontkenning is;
  
• weet je wat een verhaspeling is;
  
• weet je wat de invloed van het Engels op de Nederlandse taal is.

https:

Aan het werk

Blok 5 Over taal

Onze huidige gymleraar is veel strenger dan onze vroegere leraar. 

Welk woord is een synoniem of tegenstelling van huidige?

Noteer het woord.

Onze huidige gymleraar is veel strenger dan onze vroegere leraar.

1. tegenstelling
2. synoniem

De tuin van mijn opa en oma is piepklein, die van ons juist immens. 

Welk woord is een synoniem of tegenstelling van immens?

Noteer het woord.

De tuin van mijn opa en oma is piepklein, die van ons juist immens.

1. tegenstelling
2. synoniem

Ik ben nooit niet bang in de achtbaan.
Verbeter de dubbele ontkenning in de zin.

Het is verboden om hier geen fietsen te plaatsen.                 Verbeter de dubbele ontkenning in de zin.

In welke zin zit een verhaspeling?

1. Deze doos weegt echt zwaar.
2. Deze doos is echt zwaar.
3. Deze doos weegt echt veel.

In welke zin zit een verhaspeling?

1. Benny wilde de fietser voorbijgaan.
2. Benny wilde de fietser passeren.
3. Benny wilde de fietser voorbij passeren.

_____________