Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Estafette
Wat heb je nodig deze les:
- Je estafette leesboek
- Je estafette werkboek
- pen/potlood/markeerstift
Slide 1 - Diapositive
We beginnen rustig.
Lees de woorden 2x hardop voor. Dit keer gaan we er bij springen. Doe dit wel op 1 plek. Succes! 👍🏻
Slide 2 - Diapositive
We gaan nu iets sneller.
Lees de woorden 2x hardop voor. Hier ga je dan ook een tandje sneller bij springen op je plek. Succes! 👍🏻
Slide 3 - Diapositive
Op de snelste stand.
Probeer de woorden 2x hardop voor te lezen. Hier ga je zo snel als je kan springen op je plek. Vind je dit nog te lastig dan ga je de vorige slide nog 2x doen. Succes! 👍🏻
Slide 4 - Diapositive
Les 18
Maak opdracht 1 in je werkboek.
Slide 5 - Diapositive
Oskar durft haast niet te kijken, hij knijpt zijn ogen dicht
Tussen welke twee woorden past het volgende woord:
Opdracht 2
Oskar, durft
durft, haast
haast, niet
niet, te
hij, knijpt
zijn, ogen
meer
Slide 6 - Question de remorquage
Gaat Bram Mees misschien beetpakken?
Tussen welke twee woorden past het volgende woord:
Opdracht 2
Gaat, Bram
Bram, Mees
Mees, misschien
misschien, beetpakken
zomaar
Slide 7 - Question de remorquage
En al gauw staat ook Mees te brommen.
Tussen welke twee woorden past het volgende woord:
Opdracht 2
al, gauw
gauw, staat
staat, ook
ook, Mees
Mees, te
te, brommen
stoer
Slide 8 - Question de remorquage
Oké, dan roep ik nog even wat mensen.
Tussen welke twee woorden past het volgende woord:
Opdracht 2
Oké, dan
dan, roep
roep, ik
nog, even
even, wat
wat, mensen
andere
Slide 9 - Question de remorquage
Vindt Bram dat dan niet kinderachtig?
Tussen welke twee woorden past het volgende woord:
Opdracht 2
Vindt, Bram
Bram, dat
dat, dan
dan, niet
niet, kinderachtig
erg
Slide 10 - Question de remorquage
Werkboek
Maak opdracht 3 en 4 van het werkboek
Slide 11 - Diapositive
Pak je leesboek erbij en lees bladzijde 46 en 47. Let op hierna komen er nog 2 vragen!
Slide 12 - Diapositive
Waar vliegen Bram en Mees bijna tegenaan?
Slide 13 - Question ouverte
Bram wenkt de jongens beneden. Wat zou wenken kunnen betekenen?