1. Oceanische- en continentale plaat bewegen naar elkaar (
convergentie)
2.
Oceanische plaat duikt onder
continentale plaat (subductie)2. Op 600 km diepte begint de oceanische korst te smelten.
3. Magma (gesmolten gesteente) stijgt op.
4. Stroomt naar buiten als Lava