05 - oefening genitivus + dativus (gebruik)

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Genitivus & dativus

Genitivus

Dativus

τοῖς ἵπποις

τῷ ἑταίρῳ

ταῖς βασιλείαις

καλοῦ

καλῇ

τοῖς ἵπποις

μοί

τῇ οἰκίᾳ

αὐτῆς

τῶν μαχῶν

τοῦ φίλου

τῶν ὅπλων

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τοῦ πολέμου ἐπιθυμῶ

1. Na een voorzetsel
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Instrumentalis
4. Meewerkend voorwerp

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

ὁμοῖος τοῖς ξένοις

1. Aanvulling bij bijvoeglijk naamwoord
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Causae
4. Possessivus

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τῷ δούλῳ οἰκίαν παρέχει

1. Na een voorzetsel
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Meewerkend voorwerp
4. Modi

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

ἡ οἰκία ἡ τῆς βασιλείας

1. Instrumentalis
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Na een voorzetsel
4. Possessivus

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τῷ δεσπότῃ ἵππος ἐστι

1. Possessivus
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Na een voorzetsel
4. Meewerkend voorwerp

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

φόβῳ κλαίει (= hij huilt)

1. Causae
2. Instrumentalis
3. Na een voorzetsel
4. Meewerkend voorwerp

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

ἵππῳ εἰς Ἀθηνας βαίνει

1. Na een voorzetsel
2. Aanvulling bij bijvoeglijk naamwoord
3. Possessivus
4. Instrumentalis

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

μετὰ τῶν δούλων

1. Possessivus
2. Na een voorzetsel
3. Aanvulling bij werkwoord
4. Meewerkend voorwerp

Hoe is de genitivus of dativus gebruikt?

τῶν νεκρῶν κρατεῖ

1. Aanvulling bij bijvoeglijk naamwoord
2. Aanvulling bij werkwoord
3. Instrumentalis
4. Meewerkend voorwerp