H3.3 De VOC en de Oost

opdrachten 38, 41 t/m 44 + 55
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

opdrachten 38, 41 t/m 44 + 55

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. De VOC (kort filmpje)
2. Markeren van de tekst(en)
3. Nakijken gemaakte opdrachten.
4. Tijd over? Aan de slag met 3.4 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Opdracht-38
Waarom wilden Nederlanders graag een eigen zeeweg naar Azië vinden?
Rechtstreeks met ---------- kooplui handelen was goedkoper dan via de tussenhandel van -----------.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht-38
Waarom wilden Nederlanders graag een eigen zeeweg naar Azië vinden?
Rechtstreeks met Aziatische kooplui handelen was goedkoper dan via de tussenhandel van Spanjaarden. 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht-41
Geef een economische en een politieke reden waarom de VOC werd opgericht.
Economisch: 

Politiek: 

Slide 6 - Diapositive

Opdracht-41
Geef een economische en een politieke reden waarom de VOC werd opgericht.
Economisch: Kooplui concurreerden onderling zoveel dat de prijs van specerijen inzakte. Dat was voor niemand goed.
Politiek: Er was een oorlog gaande met Spanje en dan moest je samenwerken, ook in de handel.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht-42
Hoe zat de organisatie van de VOC in elkaar? Gebruik de begrippen Kamer en Heren Zeventien.



Slide 8 - Diapositive

Opdracht-42
Hoe zat de organisatie van de VOC in elkaar? Gebruik de begrippen Kamer en Heren Zeventien.
Binnen de VOC had je afdelingen in verschillende steden, die Kamers genoemd werden. Aan het hoofd van de VOC stond een bestuur van zeventien heren uit de verschillende steden, de Heren Zeventien. Elke Kamer organiseerde zijn eigen handelsreis.


Slide 9 - Diapositive

Opdracht-43
Wat is een monopolie en wat betekende dat in het geval van de VOC?




Slide 10 - Diapositive

Opdracht-43
Wat is een monopolie en wat betekende dat in het geval van de VOC?
Monopolie betekent dat je het alleenrecht ergens op hebt. De VOC mocht als enige Hollandse handelsmaatschappij op Azië handel drijven.



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdracht-44
Uit bron 9 blijkt hoe de VOC ‘van iedereen’ werd. Leg dat uit.
 




Slide 13 - Diapositive

Opdracht-44
Uit bron 9 blijkt hoe de VOC ‘van iedereen’ werd. Leg dat uit.
Veel gewone mensen, zoals Pieter Harmenszoon uit Enkhuizen, konden een aandeel in de VOC kopen.




Slide 14 - Diapositive

Opdracht-55
Vat samen.
De gevluchte Antwerpse kooplui brachten hun handelskennis over (oosterse) producten en hun handelscontacten mee. Om onderling geen ruzie te krijgen en tegen de Spanjaarden en Portugezen op te kunnen, werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht, afgekort VOC. Die ging handeldrijven met het tegenwoordige Indonesië , China en India, maar ook tussen die gebieden onderling. Dat laatste heette de inter-Aziatische handel. Jan Pieterszoon Coen stichtte daarvoor op Java een bestuurscentrum: Batavia. Nieuw was dat je aandelen kon kopen in de VOC, niet alleen rijken, maar ook gewone mensen, zoals bakkers en keukenmeiden, konden dat.





Slide 15 - Diapositive

Huiswerk

H3.4 De WIC en Suriname
lezen blz. 62 t/m 66 
Maken opdrachten 58, 59, 61, 62, 63 + 65 
 





Slide 16 - Diapositive

Huiswerk

3.4 De WIC en Suriname
blz. 62 t/m 66
Maken opdrachten 72, 73, 75 t/m 78

 





Slide 17 - Diapositive

Proefwerkweek 2
H2.5 (De breuk wordt definitief)
H2.6 (De Republiek ontstaat)
H3.2 (Amsterdam stapelmarkt van de wereld)
H3.3 (De Oost en de VOC)
H3.4 (De WIC en Suriname)
 

(Dus: H2.5 en 2.6, H3.2, 3.3, 3.4)



 





Slide 18 - Diapositive