1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

H1 Inkomen en welvaart

Paragraaf 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Wat weten we nog/al?

Leerdoelen 1.1

• Je weet wat voor verschillende soorten inkomens er zijn
• Je weet waardoor je koopgedrag kan veranderen
• Je weet waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn
• Je weet dat jouw aankopen gevolgen hebben voor anderen en voor het milieu

Begrippen paragraaf 1.1 

• Bestedingen
• Doelgroep
• Duurzaam consumeren
• Maatschappelijke kosten
• Marketinginstrumenten
• Primaire inkomens
• Secundaire inkomens 

Leerdoelen 1.2

• Je kunt het verschil uitleggen tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
• Je kunt met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
• Je kunt oorzaken noemen van inkomensverschillen.
• Je kunt uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in een land verdeeld zijn. 

Inkomen

• Brutoloon is het bedrag dat je hebt verdient, hierover betaal je loonbelasting en premies
• Nettoloon is het bedrag dat je op je rekening krijgt.
• Het nettoloon is niet het geld wat je kunt uitgeven, je hebt namelijk nog vaste lasten zoals huur
• Als dit betaald is houd je het besteedbaar inkomen over.

Groeifactor

Bij een stijging van 2,3 % wordt de groeifactor...

Inkomensverschil

Inkomens verschillen, dit komt door:

• Opleiding en ervaring
• verantwoordelijkheid
• zwaarte
• risico

Inkomens vergelijk je met het modaal inkomen, dat is het inkomen dat het meest voorkomt, ongeveer €2.250 netto

Lorenzcurve

• Wat alle inwoners samen aan inkomen uit arbeid en bezit hebben, zoals loon, winst, rente, huur en pacht, is het nationaal inkomen. 
• Hoe het inkomen verdeeld is kun je aflezen uit de lorenzcurve.
• Als alle inkomens gelijk zijn, levert dat een diagonale lijn op. 
• Bij een ongelijke verdeling krijg je een kromme lijn.

Vraag maken

Klassikaal vraag 10 maken

Je kunt nu

• Je kunt het verschil uitleggen tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
  
• Je kunt met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
  
• Je kunt oorzaken noemen van inkomensverschillen.
  
• Je kunt uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in een land verdeeld zijn. 

Begrippen paragraaf 1.2

• Besteedbaar inkomen
• Lorenzcurve
• Modaal inkomen
• Nationaal inkomen

Aan het werk!

Maken opdrachten 1.2: 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10 

Maken Rekenopdrachten: 6 en 7

Klaar?

Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.

Klaar?  Werk laten zien aan docent.

Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 1.2

Veel goed? -> Maken plusopdrachten 1.2