Les Woordenboekgebruik Duits

Guten Morgen
Wie geht es euch?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Guten Morgen
Wie geht es euch?

Slide 1 - Diapositive


Bitte, nimm dein Handy und log in LessonUp ein!
Zu Hause? Schaltet die Kamera ein!




Slide 2 - Diapositive

Leesvaardigheid Duits

Slide 3 - Diapositive

Planung dieser Stunde
1. Wie benutzt man ein Wörterbuch?
2. Üben
3. Hausaufgaben
4. Abschluss


                 


Slide 4 - Diapositive

Lernziel dieser Stunde:

Je bent in staat om op de juiste manier een woordenboek te gebruiken!

Slide 5 - Diapositive

Waarom leren we dit?
1. Omdat het examen Duits uit leesvaardigheid bestaat  en daar      heb je een woordenboek bij nodig;
2. Als je weet hoe woorden in het woordenboek moet 
    opzoeken,  zul je het woordenboek beter kunnen gebruiken;
3. Als je weet hoe je woorden moet opzoeken, bespaart dit                  je tijd.
 

Slide 6 - Diapositive

woordenboek
Thuis: www. uitmuntend.de

Slide 7 - Diapositive

Vertel eens........
  •  Gebruik jij vaak een woordenboek?
  •  waarom wel/niet?

Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruik je een woordenboek?

  • moet je alle woorden die je niet kent opzoeken?
  • waarom wel/niet?

Slide 9 - Diapositive

Woordenboekgebruik
  • Je hoeft niet alle woorden op te zoeken die je niet kent!
  • Je zoekt alleen de woorden op die belangrijk zijn om de              zin/tekst te begrijpen!!
  • Het gaat erom dat je de hoofdlijnen van een tekst begrijpt!

Slide 10 - Diapositive

Weten
  Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
  • Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan:                de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt
  • Soms kun je de betekenis van een woord uit de context            halen:                                                                                                           Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden,  sie hatten sich verirrt.

Slide 11 - Diapositive

Let op:
Je vindt niet alle vormen van woorden in het woordenboek!

We bespreken:         * werkwoorden
                                        * meervoud
                                        * samengestelde woorden
                                        * woorden met meerdere betekenissen

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden
WETEN:

  • werkwoordsvormen staan niet in het woordenboek:                                      je vindt  alleen het hele werkwoord!

Slide 13 - Diapositive

Weten
Om het hele werkwoord te vinden, moet je werkwoordsvormen ombuigen naar het hele werkwoord! (STAM + -en)

  • ESTTENTEN-regel
  • Verleden tijd
  • Voltooid deelwoord (ge+stam+t (soms -en) of stam +t

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zoek op in het woordenboek:
-gebremst-

Slide 16 - Question ouverte

MEERVOUD
WETEN:

  • Meervouden staan niet in het woordenboek:                                       je vindt alleen het enkelvoud!
 
Tip: zoek naar het woord zonder de laatste letter(s)!

Slide 17 - Diapositive

Zoek op in het woordenboek:
-Mitglieder-

Slide 18 - Question ouverte

SAMENGESTELDE WOORDEN
WETEN:
  • samengestelde woorden moet je 'uit elkaar halen':

  1. kijk uit wat voor delen ze bestaan (let op de verbindingsletter)
  2. haal die delen op de juiste plek uit elkaar
  3. zoek elk deel op en maak er weer een heel woord van
  4. ook woordjes als un- (unsicher) en mit-  (mitlaufen) zijn delen van een samenstelling!




Slide 19 - Diapositive

Uit welke twee woorden bestaat;
-Kindheitstraum-

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent:
-Berufswechsel-

Slide 21 - Question ouverte

MEERDERE BETEKENISSEN

  • gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek     staat, maar kijk of het past in de zin!




Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vertaal 'net' in deze zin:
Ich habe ...... (net) ein neues Handy gekauft.

Slide 24 - Question ouverte

OPDRACHT
Wat?           de betekenis van woorden vinden in voorbeeldzinnen
Hoe?           je krijgt een tekst en je vertaalt de dikgedrukte woorden 
                      Geef aan hoe je de betekenis hebt gevonden: 'herkent', uit de 
                      context of met behulp van het woordenboek 
Hulp?         je gebruikt de strategieën die ik net heb besproken en  een 
                     woordenboek, (thuis: www.uitmuntend.de)
Tijd?           10 minuten
Uitkomst? we bespreken het gezamenlijk
Klaar?         begin met het huiswerk voor deze week:  Maken: Aufgabe 12 auf Seite 102-104
                      (Online: K6-D: Lesen-Aufgabe 12)











Slide 25 - Diapositive

Even de leerdoelen herhalen:
Wat heb je geleerd?
(1) Nächstes Wochenende nutzt Fußballer Niklas Stark (22) die Länderspielpause, um seine Familie zu besuchen. 
Stark verrät: „Die freien Tage haben den Vorteil, dass ich mich mal wieder bei meiner Oma blicken lassen kann. 
Ich habe nämlich ihren Geburtstag verpasst. Sie kocht immer für mich, wenn ich komme. 
Nirgendwo schmeckt das Essen so gut wie bei ihr. Generell tut mir die Heimatluft auch gut.“

(2) Nach zuletzt drei englischen Wochen in Folge sammelt der Verteidiger so Kraft, um sich zurück in
 die Stammelf zu kämpfen. In dieser Spielzeit stand Stark erst vier Mal in der Stammelf. 
Letzte Saison war der U211)-Europameister unumstrittener Stammspieler. 
Stark: „Ich hatte durch die Europäische Meisterschaft die Trainingslager leider verpasst.
 Aber ich denke, ich habe mich ganz gut zurückgekämpft. Wir haben dieses Jahr einen guten breiten Stamm. 
Man muss richtig Gas geben, um eine Chance auf die Stammelf zu bekommen. Wir rotieren viel, 
jeder sitzt mal auf der Bank, das ist kein Problem. Wir brauchen jeden Spieler im Stamm, die Saison ist 
noch lang genug.“

naar: Fussball Bild, 09.10.2017

noot 1 U21: unter 21, jonger dan 21 jaar 






Slide 26 - Diapositive

Even de leerdoelen herhalen:
Wat heb je geleerd?

Slide 27 - Diapositive

Hausaufgaben
machen: Kapitel 6
Aufgabe 12 auf Seite 102-104 (online: K6 - D Lesen - Aufgabe 12)
Aufgabe 13 auf Seite 104 (online: K6 - D Lesen - Aufgabe 13)
Aufgabe 14 auf Seite 105 (online: K6 - D Lesen - Aufgabe 14)

lernen: Kapitel 6
Lernliste A, C, D und H auf Seite 129:  Deutsch-Niederländisch

Slide 28 - Diapositive



Danke für heute!

Bis nächstes Mal!!


Slide 29 - Diapositive