Present Continuous

Present Continuous
Wat ben je ons nu weer aan het leren Juf?

We zijn maar LessonUps aan het doen en huiswerk aan het maken.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Present Continuous
Wat ben je ons nu weer aan het leren Juf?

We zijn maar LessonUps aan het doen en huiswerk aan het maken.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel:
  1. ik weet wat de Present Continous is
  2. ik kan de Present Continuous maken
  3. ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik

Slide 2 - Diapositive

1. Ik weet wat de Present Continuous is.



  • duurvorm / -ingvorm
  • je vertaalt het met 'aan het .....'
  •  NOW

Slide 3 - Diapositive

2. Ik kan de Present Continuous maken.
to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+

Slide 4 - Diapositive

3. Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik.


  • Signaalwoorden: now / at the moment / listen, ..... / look, .....
  • de handeling duurt even (aan het praten, aan het slapen, aan het lezen, etc.)

Slide 5 - Diapositive

Oh ja!
sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'
(je schrijft hem wel bij het hele ww maar je hoort hem niet)
move - moving
drive - driving
hope - hoping
make - making

Slide 6 - Diapositive

Oh ja! Oh ja!
sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker
run - running
plan - planning
swim - swimming
stop - stopping

Slide 7 - Diapositive

Get set...
Ready? Steady? Go!

Slide 8 - Diapositive

I .......... (listen) to music at the moment.
A
am listening
B
are listening
C
is listening
D
listen

Slide 9 - Quiz

Look at that! Max Verstappen .......... (race) at the track.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
races

Slide 10 - Quiz

We .......... (drink) some lovely tea.
A
am drinking
B
are drinking
C
is drinking
D
drink

Slide 11 - Quiz

The cows .......... (run) and .......... (jump) in the meadow now.
A
running, jumping
B
run, jump
C
are running, jumping
D
running, are jumping

Slide 12 - Quiz

Hoe maak je de
Present Continuous?

Slide 13 - Carte mentale

Wanneer gebruiken we de Present Continuous?

Slide 14 - Question ouverte

Fill in the Present Continuous:
(get) He ........... a present.

Slide 15 - Question ouverte

Use the present continuous :
(give) She __________ a present

Slide 16 - Question ouverte

Use the present continuous:
Mike.......................home. (to cycle)

Slide 17 - Question ouverte

Present Continuous:
He _____ also ______(dance).

Slide 18 - Question ouverte

Present continuous

Look! They ... him . (to push)

Slide 19 - Question ouverte

Use Present Continuous:
(listen) We....... right now.

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan de Present Continuous maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje

Slide 21 - Quiz

chapter 4: 
 What are you doing?

Slide 22 - Diapositive

HOMEWORK
learn present continuous

Slide 23 - Diapositive