1C Nederlands 24 maart

Wat gaan we vandaag doen?

Leerdoelen

Meervoud op -en en -s herhalen

Oefenen in Lesson Up met meervoud

m: opdracht 4 t/m 6 van taalverzorging h4 (meervoud)

Leerdoelen

Ik weet wat meervoud is.

Ik weet hoe ik een meervoud op –en moet maken.

Ik weet hoe ik een meervoud op –s moet maken.

Ik kan de meervouden toepassen in verschillende opdrachten.

Meervoud op -en

Zo maak je een meervoud op -en:

- je zet -en achter het woord: broek - broeken

Soms moet je iets anders doen:

- de laatste letter verdubbelen: zus - zussen.

- een a,e,o of u weghalen: schuur - schuren.

- een -s veranderen in een -z: muis - muizen.

- een -f veranderen in een -v: neef - neven

Meervoud op -s

Zo maak je een meervoud op -s:

- Je zet -s achter het woord: spelletje -spelletjes.

- Meestal moet de -s aan het woord vast, maar als je het woord daardoor verkeerd uitspreekt, moet je een apostrof voor de -s schrijven: kassa - kassa's. 

Het meervoud van fles is

1. flesen
2. fle's
3. fleessen
4. flessen

Het meervoud van speelhal is

1. spelhallen
2. speelhallen
3. speelhals
4. speelhalen

Het meervoud van handvat is

1. handvatten
2. handvaten
3. handvaaten
4. handvats

Het meervoud van gloeilamp is

1. gloeilamppen
2. gloeilamps
3. gloeilampen
4. gloeilampe'n

Het meervoud van kaars is

1. kaarzen
2. karsen
3. kaarsen
4. kaarssen

Het meervoud van bureau is

1. bureau's
2. bureaus
3. bureauen
4. bureauuen

Het meervoud van wc is

1. wcen
2. wcs
3. wccen
4. wc's

Het meervoud van sjaal is

1. sjallen
2. sjaals
3. sjaalen
4. sjaal's

Het meervoud van boterham is

1. boterhams
2. boterhamen
3. boterham's
4. boterhammen

Het meervoud van verwarming is

1. verwarmingen
2. verwarmings
3. verwarmeringen
4. verwarminggen

Hoe zat het ook al weer?
Wat zijn de regels bij meervoud -en?

En hoe zit dat bij meervoud -s?

Huiswerk woensdag 25 maart

m: opdracht 4,5 en 6 (pagina 109) Taalverzorging H4 meervoud op -en en -s. 

Foto van maken en delen met mij via de mail:

[e-mail]