Ga als volgt te werk:
1 Lees de tekst verkennend.
2 Lees de vraag die je moet beantwoorden.
3 Zoek de plaats van het antwoord op. Gebruik daarbij opmaakelementen zoals kopjes, opvallende woorden, tabellen, grafieken en kaders.
4 Lees het gedeelte waar het antwoord in staat nauwkeurig.
5 Beantwoord de vraag zo volledig mogelijk.