Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
warmte: isoleren
Slide 1 - Diapositive
Bereken hoelang een waterkoker van 1800 W erover doet om 200 kJ warmte te leveren, in seconden.
Slide 2 - Diapositive
om water te pasteuriseren moet je het verwarmen tot 70 °C. Dat zorgt ervoor dat schadelijke bacteriën en andere micro-organismen in het water doodgaan.
Bij proeven in Kenia deed een CooKit er 1,5 uur over om 1 L water te verwarmen van 25 tot 70 °C. Daarvoor is ongeveer 200 kJ warmte nodig.
Bereken het vermogen van de CooKit in deze situatie.
Slide 3 - Diapositive
Er zijn verschillende manieren van warmtetransport.
Welke vormen heb je?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
In een dompelaar zit een gloeispiraal. Via een laag samengeperst poeder geeft die zijn warmte af aan het metaal van de dompelaar.
Door welke vorm van warmtetransport wordt het metaal van de dompelaar warm?
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Een thermosfles heeft een binnen- en een buitenwand van glas. De ruimte tussen de twee wanden is luchtledig gemaakt.
Welke vormen van warmteoverdracht worden zo (vrijwel) onmogelijk gemaakt?
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Met een zonnecollector kun je water verwarmen, bijvoorbeeld voor de afwas en de douche. De collector neemt warmte op door zonlicht te absorberen en geeft die warmte af aan het water in de buis.
De warmte wordt van de zon naar de absorptieplaat vervoerd door ........
Slide 10 - Diapositive
Leg uit waarom de absorptieplaat zwart is geschilderd.
Slide 11 - Diapositive
Asfalt smelt vanaf 327 K.
Noteer deze temperatuur in graden Celsius.
Slide 12 - Diapositive
De luchttemperatuur was lager dan deze smelttemperatuur. Door de zwarte kleur heeft asfalt toch een hogere temperatuur gekregen.
Van welke vorm van warmtetransport tussen zon en asfalt is hier sprake?
Slide 13 - Diapositive
warmteverlies
Slide 14 - Diapositive
Warmteverlies wordt veroorzaakt door:
• geleiding: de warmte beweegt door muren en ruiten naar buiten;
• stroming: stromende lucht neemt warmte mee naar buiten;
• straling: ‘warme’ muren en ruiten stralen warmte uit.