paragraaf 4

1.4 Kansen en bedreigingen voor Nigeria

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.4 Kansen en bedreigingen voor Nigeria

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Welke kansen en bedreigingen zijn er vanuit het buitenland voor de ontwikkeling van Nigeria?

Slide 2 - Diapositive

Opdracht
1. Maak de quiz in google forms (HH P.3)
2. Lees P.4 op blz. 14 en 15 
3. Maak een samenvatting met de vragen in Classroom.

timer
20:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ontwikkelingssamenwerking
Vroeger: ontwikkelingshulp; hulp van rijke landen om de         
                    levensomstandigheden te verbeteren.

Tegenwoordig: samenwerking; rijke landen steunen arme  
                   landen bij het maken van ontwikkelingsplannen. De 
                   arme landen bepalen zelf hoe het geld besteed 
                   wordt. 

Slide 5 - Diapositive

Soorten
Noodhulp: 
hulp bij rampen om in leven te blijven.

Structurele hulp:
hulp om blijvende verbeteringen in de levensomstandigheden aan te brengen. 



Slide 6 - Diapositive

Door wie?
Landen:
-  hulp: directe giften van ene land aan andere land
- hulp van ene land naar VN naar ontwikkelingsland.

Non-gouvermentele organisaties (NGO's):
hulporganisaties die onafhankelijk van de overheid werken. 
Voorbeelden? 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welke soort hulp is dit?
A
Structurele hulp
B
noodhulp

Slide 9 - Quiz

Is ontwikkelingssamenwerking een kans of een bedreiging voor Nigeria?
A
Kans
B
Bedreiging

Slide 10 - Quiz

dit is een
voorbeeld van:
A
Noodhulp
B
Structurelehulp

Slide 11 - Quiz

Hieronder staan drie zinnen waarin een woord ontbreekt.

- Hulp waar bewoners blijvend iets aan hebben, heet [..1..].
- Hulp waar mensen korte tijd iets aan hebben, heet [..2..].
- Bij een hongersnood is [..3..] nodig.

Welke woorden moeten staan bij 1, 2 en 3?
A
1 = structurele hulp, 2 = noodhulp, 3 = structurele hulp
B
1 = structurele hulp, 2 = noodhulp, 3 = noodhulp
C
1 = noodhulp, 2 = structurele hulp, 3 = noodhulp
D
1 = noodhulp, 2 = structurele hulp, 3 = noodhulp

Slide 12 - Quiz


Wat is de afzetmarkt?

A
Het aantal klanten dat producten of diensten wil kopen
B
Het aantal bedrijven dat producten of diensten wil verkopen
C
Het aantal producten dat verkocht wordt
D
Het aantal diensten dat aangeboden wordt

Slide 13 - Quiz

Andere manieren om ontwikkeling te stimuleren:

Vrije wereldhandel:
alle landen drijven handel zonder restricties
-> elk land exporteert waar zij goed in zijn

Nigeria: aardolie en tropische producten

Slide 14 - Diapositive

Vrije wereldhandel

Slide 15 - Diapositive

Andere manieren om ontwikkeling te stimuleren:

Nadelen vrije wereldhandel:
  • Veel concurrentie
  • Prijzen schommelen
  • Goedkopere import

-> om zichzelf te beschermen kiezen landen voor invoerrechten

Slide 16 - Diapositive

Waarom moet Nigeria aan invoerrechten doen om?

Slide 17 - Question ouverte

Andere manieren om ontwikkeling te stimuleren:

Buitenlandse inversteringen:
Buitenlandse bedrijven brengen geld naar het land door te investeren (bedrijven daar vestigen, opkopen of bouwen)

Slide 18 - Diapositive

Andere manieren om ontwikkeling te stimuleren:

Voordelen buitenlandse investeringen:
  • Werkgelegenheid (direct en indirect)

Nadelen buitenlandse investeringen:
  • deel winst naar buitenland
  • afhankelijkheid
  • lokale bedrijven kunnen de concurrentie niet aan

Slide 19 - Diapositive

Andere manieren om ontwikkeling te stimuleren:
Werken in het buitenland: Inwoners migreren naar andere landen om daar aan het werk te gaan.

Voordelen werken in het buitenland: 
Geldzendingen

Nadelen werken in het buitenland: 
Braindrain



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Maken
Alle opdrachten van P4.
(1.5 in learnbeat)

Slide 23 - Diapositive