§3.4 Energie en vermogen - les 2

§3.4 Energie en vermogen
Lesplanning:
  1. Klassikaal: vermogen
  2. Opgaven §3.4 afronden
  3. Afsluiting - opgave 65
Volgende week
Toets H3, weging nul
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§3.4 Energie en vermogen
Lesplanning:
  1. Klassikaal: vermogen
  2. Opgaven §3.4 afronden
  3. Afsluiting - opgave 65
Volgende week
Toets H3, weging nul

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
kan je ...
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat met energieverbruik te maken heeft;
  • het energieverbruik berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Vermogen is ...

Slide 3 - Question ouverte

Typeplaatje

Slide 4 - Diapositive

Formules

Wet van Ohm

Vermogen

Verbruik
P=UI
E=Pt
R=IU

Slide 5 - Diapositive

Opgave 54a
U = 6 MV = 6 000 000 V
I = 30 kA = 30 000 A
E = 2,5 kWh


1 kWh = 3 600 000 J 

2,5 kWh = 9 000 000 J

Slide 6 - Diapositive

Opgave 54b
U = 6 MV = 6 000 000 V
I = 30 kA = 30 000 A
E = 2,5 kWh
E = 9 000 000 J


E (J) = P(W) * t (s)
9 000 000 = P (W) * t (s)

      P = U * I 
      P = 6 000 000 * 30 000
      P = 1,8 *10¹¹ W

9 000 000 = 1,8*10¹¹ * t
t = 9 000 000 / 1,8*10¹¹ 
t = 0,00005 s = 0,05 ms

Slide 7 - Diapositive

Vera maakt een schakeling. Ze meet een stroomsterkte 220 mA en de spanning 9,0 V. Hoe groot is het vermogen
A
1980 W
B
24,4 W
C
1,98 W
D
1980000 W

Slide 8 - Quiz

Tijdens het opkloppen van slagroom loopt er een stroom van 0,76 A door de mixer. Na 3,0 minuten is de slagroom klaar. Bereken het energieverbruik van de mixer.
A
525 kJ
B
31 kJ
C
31500 kJ
D
8,75 kJ

Slide 9 - Quiz

P = U * I      P = 230 * 0,76      P = 174,8 W
t = 3,0 min = 180 s

E (J) = P (W) × t (s)
E = 174,8 W × 180 s 
E = 31464 J = 31 kJ

Slide 10 - Diapositive

Bereken het vermogen van de schakeling.
Tip: bereken eerst de totale stroomsterkte.

Slide 11 - Diapositive

Bereken het vermogen van de schakeling.
Rtot = 20 + 70 = 90 Ohm




P = U * I = 18 * 0,2 = 3,6 W

Itot=RtotUtot=9018=0,2A

Slide 12 - Diapositive

Welk weerstandje heeft het grootste vermogen?
A
20 Ohm
B
70 Ohm

Slide 13 - Quiz

Bereken het vermogen van de schakeling.
Itot = I1 = I2 = 0,20 A

U1 = R1 * I1 = 20 * 0,2 = 4 V
U2 = R2 * I2 = 70 * 0,2 = 14 V

P1 = U * I = 4 * 0,2 = 0,8 W
P2 = U * I = 14 * 0,2 = 2,8 W

Slide 14 - Diapositive

Bereken het vermogen van de schakeling.
Tip: bereken eerst het vermogen van één lampje. 



Slide 15 - Diapositive

Bereken het vermogen van de schakeling.



P = U * I = 12 * 0,6 = 7,2 W 

Ptot = 14,4 W
Ilamp=RlampUlamp=2012=0,6A

Slide 16 - Diapositive

§3.4 digitaal - alle opgaven
R=IU
P=UI
E(J)=P(W)t(s)
E(kWh)=P(kW)t(h)

Slide 17 - Diapositive

R=IU
U = ... V
I = ... A
R = ... Ohm
0,67 
3
4,5
7,2

Slide 18 - Question de remorquage