Interseks, gender en seksuele oriëntatie
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sleep de bijhorende omschrijving naar de juiste term
lesbisch
homoseksueel
biseksueel
aseksueel
heteroseksueel
panseksueel
Vrouwen die op vrouwen vallen
Mannen die op mannen vallen
Persoon die op mannen en vrouwen valt
Persoon die zich niet seksueel aangetrokken voelt tot iemand
Personen die zich aangetrokken voelen tot iemand van het andere geslacht
Persoon die op een andere persoon valt, ongeacht zijn geslacht of gender.
Slide 2 - Question de remorquage
Je kan aan mensen zien of hetero, homo of biseksueel zijn.
ja
soms
nee
Slide 3 - Sondage
Homoseksualiteit is een keuze, want iedereen wordt heteroseksueel geboren.
akkoord
niet akkoord
Slide 4 - Sondage
Roze is voor meisjes en blauw is voor jongens.
akkoord
niet akkoord
Slide 5 - Sondage
Jongens moeten stoer zijn en meisjes moeten lief zijn
akkoord
niet akkoord
Slide 6 - Sondage
Poppen is voor meisjes, auto's zijn voor jongens.
akkoord
niet akkoord
Slide 7 - Sondage
Ik zou het niet erg vinden als mijn beste vriend non-binair is.
akkoord
niet akkoord
Slide 8 - Sondage
Meisjes die voetbal spelen zijn sowieso lesbisch.
akkoord
niet akkoord
Slide 9 - Sondage
Huishoudelijke taken is enkel voor vrouwen.
akkoord
niet akkoord
