Thema 2 basisstof 2: Het verteringsstelsel

2.2 Het verteringsstelsel
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.2 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling Basisstof 1
  • Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 
  • Plantaardig of dierlijk 
  • Functies van voedingsstoffen: brandstof, bouwstof, reservestof en beschermende stof
  • Zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
  • Essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenhang met basisstof 2.1 
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Voordat je cellen de voedingsstoffen kunnen opnemen, moet je voedsel worden verteerd. Daarvoor zorgt het verteringsstelsel. 


Voedingsmiddelen           vertering          voedingsstoffen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 2.1
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Herhaling 2.1
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten, eiwitten en vetten
C
vitaminen, mineralen en water
D
alleen koolhydraten en vetten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten zijn:
A
reserve stoffen
B
bouwstoffen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
beschermende stoffen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd zodat de verteringsproducten in het lichaam kunnen worden opgenomen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten, eiwitten, vetten
C
mineralen
D
mineralen vitamines en water

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten zijn
(kies het meest volledige juiste antwoord)
A
bouwstoffen
B
zowel bouwstof als brandstof
C
beschermende stof
D
brandstof, bouwstof en reserve stof

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn mineralen
en welke functie hebben ze?
A
Zouten, beschermende functie
B
Vitaminen, ze zijn bouwstoffen
C
Stenen, het zijn reserve stoffen
D
Suikers, ze leveren energie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee functies heeft vet hoofdzakelijk?
A
Brandstof en reservestof
B
Bouwstof en beschermende stof
C
Beschermende stof en brandstof
D
Reservestof en bouwstof

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De functie van bouwstoffen is het leveren van energie.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mineralen zijn een voorbeeld van bouwstoffen. Wat is een mineraal dat een bouwstof is van botten?
A
Zout
B
Kalk
C
Suiker
D
Eiwit

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de voornaamste bouwstof
van spieren?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van suikers?
A
Bouwstof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Alle drie de opties

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Water, mineralen en vitaminen kunnen direct in het lichaam worden opgenomen. Verteren is niet nodig.
A
waar
B
nietwaar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer een voedingsstof voornamelijk dient als brandstof dan is dit een ....?
A
Bouwstof
B
Energierijke Stof
C
Een beschermende stof
D
Een vitamine of mineraal

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van het verteringsstelsel?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Het verteringsstelsel
Leerdoelen:
  • Ik kan vertellen wat het verschil is tussen vertering, mechanische vertering en chemische vertering.

  • Ik kan uitleggen wat een enzym is en hoe een enzym werkt aan de hand van het sleutel-slot principe. 

  • Ik kan aan de hand van een schema beschrijven hoe de darmperistaltiek werkt. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertering
  • Verteringsstelsel 
  • Darmkanaal 

  • Direct opnemen: glucose, water, vitaminen en mineralen

  • Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kauwen
(Mechanische vertering)
Verteringssappen
(Chemische vertering)

Slide 23 - Diapositive

Mechanische vertering

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verteringssappen
Verteringsklieren:
  • Speekselklieren 
  • Maagsapklieren 
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

Scheikundige reacties met enzymen: stoffen worden omgezet in andere stoffen, die wel wel kunnen opnemen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleutel slot principe
Een enzym past bij een specifieke voedingsstof, de voedingsstof wordt afgebroken maar belangrijk: Het enzym kan weer worden hergebruikt.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Darmperistaltiek
    Schema darmperistaltiek

  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof kan zo zonder vertering in het bloed worden opgenomen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Koolhydraten

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
15 minuten zelfstandig werken in stilte.

Huiswerk: 
Maak van basisstof 1 en 2 alle opdrachten en de samenhang
timer
15:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 1: Ik kan vertellen wat het verschil is tussen vertering, mechanische vertering en chemische vertering.
Vertering: 


Mechanische vertering: 

Chemische vertering: 
  • Grote voedingsstoffen worden afgebroken tot kleinere verteringsproducten die door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen.
  • Voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen.
  • Voedingsstoffen omzetten met behulp van verteringssappen.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 2: Ik kan uitleggen wat een enzym is en hoe een enzym werkt aan de hand van het sleutel-slot principe. 
Enzymen: 
  • Stoffen die scheikundige processen versnellen; enzymen in verteringssappen helpen om voedingsstoffen af te breken. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3: Ik kan de delen en functies van het gebit benoemen bij het zien van een afbeelding.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 4: Ik kan aan de hand van een schema beschrijven hoe de darmperistaltiek werkt. 
  1. Lengtespieren ontspannen; kringspieren trekken samen.
  2. Darmkanaal wordt nauwer en duwt voedsel vooruit.
  3. Lengtespieren trekken samen; kringspieren ontspannen.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
5 minuten zelfstandig werken in stilte.

Huiswerk: 
Maak van basisstof 2 opdracht 1 t/m 10. Opdracht 4 niet.
timer
5:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Leerdoelen: 
  • Ik kan vertellen wat het verschil is tussen vertering, mechanische vertering en chemische vertering.
  • Ik kan uitleggen wat een enzym is en hoe een enzym werkt aan de hand van het sleutel-slot principe. 
  • Ik kan de delen en functies van het gebit benoemen bij het zien van een afbeelding.
  • Ik kan aan de hand van een schema beschrijven hoe de darmperistaltiek werkt. 

Volgende les: Basisstof 3 'De organen voor vertering' 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
5 minuten zelfstandig werken in stilte.

Huiswerk: 
Maak van basisstof 2 opdrachten 5 t/m 10
timer
5:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maak de oefentoetsen
LAAT JE SCORE ZIEN (deze registreer ik)
Regeling: https://biologiepagina.nl/Toetsenbb/Regeling/regelingzenuwhormoon.htm
Zintuigen: https://biologiepagina.nl/Toetsenbb/Regeling/regelingoog.htm

timer
15:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions