4.1 2hd

Waar denk je aan bij het woord duurzaam? Noem twee dingen
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij het woord duurzaam? Noem twee dingen

Slide 1 - Question ouverte

Een nieuwhoofdstuk: Op weg naar een duurzame wereld

Slide 2 - Diapositive

Doelen van deze les
  • Je weet wat draagkracht en een ecologische voetafdruk zijn.
  • Je begrijpt waardoor de draagkracht van de aarde in gevaar komt en waarom we duurzaam moeten gaan leven.
  • Je kunt de ecologische voetafdruk van verschillende landen van een kaart aflezen.

Slide 3 - Diapositive

Wie gaat er wel eens met het vliegtuig op vakantie?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Op hoeveel dagen in de week eet je vlees?
A
7 tot 5 dagen
B
5 tot 3 dagen
C
3 tot 1 dag
D
Ik eet geen vlees

Slide 5 - Quiz

Hoelang douche je gemiddeld?
A
0 tot 5 minuten
B
5 tot 10 minuten
C
10 tot 15 minuten
D
langer dan 15 minuten

Slide 6 - Quiz

Natuurlijke hulpbronnen
  • Producten uit de natuur die wij gebruiken
  • Hernieuwbare bronnen
  • Niet hernieuwbare bronnen

Slide 7 - Diapositive

Ecologische voetafdruk
  • Dat is de hoeveelheid ruimte die je gebruikt om te kunnen leven.
  • De voet afdruk van een gemiddelde Nederlander is 5 hectare

Slide 8 - Diapositive

Draagkracht
We overschrijden de draagkracht van de aarde. 

Slide 9 - Diapositive

Bevolkingsgroei
  • 2100 11 miljard mensen
  • Minder hectare per persoon 
       beschikbaar

Slide 10 - Diapositive

Duurzaam
  • Afval beter scheiden
  • Recyclen 
  • Groene energie 

Slide 11 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten
  1. Het filmpje kijken die ik stuur in de chat.
  2. Jullie gaan bezig met de opdrachten van paragraaf 4.2 in de digitale methode
  3. Jullie blijven actief in deze vergadering zodat je makkelijk vragen kan stellen
  4. Klaar? Doe een berichtje in de chat, dan kijk ik of je meer dan 70% goed hebt en mag je gaan
  5. Als dit minder dan 70% is zet ik een paar opdrachten op opnieuw maken

Slide 13 - Diapositive