grammatica zinsdelen H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen H1

Persoonsvorm en zinsdelen 

Je leert

- de persoonsvorm herkennen
- een zin verdelen in zinsdelen 

De persoonsvorm (pv)

• De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
• Elke zin heeft altijd één persoonsvorm.
• Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
• Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm. 

Zinsdelen 

1. Zoek de persoonsvorm en zet er streepjes naast

De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen

2. Alles dat voor de persoonsvorm staat is al een zinsdeel

De leerling / zoekt / vandaag de zinsdelen

3. Probeer de rest voor de persoonsvorm te plaatsen door de zin te veranderen:

- Vandaag / zoekt / de leerling / de zinsdelen

- De zinsdelen / zoekt / de leerling / vandaag

Wat is de persoonsvorm?

Hij praat de hele tijd.

1. hij
2. praat
3. hele
4. tijd

Wat is de persoonsvorm?

Het is vandaag slecht weer.

1. het
2. is
3. slecht
4. weer

Wat is de persoonsvorm?

Jullie zouden nu de persoonsvorm moeten kunnen vinden.

1. zouden
2. moeten
3. kunnen
4. vinden

Wat is de persoonsvorm?

Wij hebben gisteren een heel eind gelopen.

Wat is de persoonsvorm?

Wij hebben het huiswerk niet kunnen maken.

Wat is de persoonsvorm?

Ik heb heel erg hard moeten lachen.

Is de zin goed verdeeld in zinsdelen?

ik / heb / mijn huiswerk / gemaakt

1. ja
2. nee

Is de zin goed verdeeld in zinsdelen?

Het / gaat / vandaag / heel / hard / regenen.

1. ja
2. nee