Bewegingsstelsel niv 4 les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Bewegingsstelsel les 2

ZPO.3Sb

	Les 1	Les 2
Week 1	Intro skelet	-
Week 2	Opbouw en indelingen bot en gewrichten	Botten schedel werken TM
Week 3	-	Wervelkolom, arm en been
Week 4	Opbouw en werking spieren	Spieren hoofd, hals en romp

Week 5	Spieren armen en benen	Luxatie, fractuur
Week 6	Osteoporose, reuma,	artrose, jicht
Week 7	Normale veroudering	TM
Week 8	Casuistiek mobiliteits problemen	Casuistiek dementie
Week 9	Casuistiek delier	Casuistiek visusproblemen

ZPO.3sc

	Les 1	Les 2
Week 1	Intro skelet 1	-
Week 2	Intro skelet 2	Opbouw en indelingen bot en gewrichten
Week 3	Botten schedel werken TM	Wervelkolom, arm en been
Week 4	Opbouw en werking spieren	Spieren hoofd, hals en romp

Week 5	Spieren armen en benen	Luxatie, fractuur
Week 6	Osteoporose, reuma, artrose, jicht	Normale veroudering
Week 7	Oog en oor	Ziektebeelden oog en oor
Week 8	Casuistiek mobiliteits problemen	Casuistiek dementie
Week 9	Casuistiek delier	Casuistiek visusproblemen

Terugblik vorige les

Kijk je skelet na aan de hand van het volgende filmpje:

Functies skelet

1. Bescherming​
   
2. Vorm en stevigheid​
   
3. Beweging ​(gewrichten)
4. Aanmaak bloedcellen​
5. Opslag mineralen (met name calcium en fosfaat)
6. Aanhechting voor spieren

Weefsel bot

Bot is levend weefsel!

Het kan worden afgebroken en worden opgebouwd 

Elke 10 jaar nieuw skelet!

Botcellen

Osteoblasten: Botopbouw

Osteoclasten: Afbraak botten

Groei tot 30e levensjaar

Tot overgang stabiel (bij mannen tot 70 jaar)

Opbouw bot

Buitenste laag: 

Botvlies (periost). 

Bevat zenuwen, bloedvaten en lymfevaten.

2 typen botweefsel:

Compact botweefsel 

• Erg hard

• Vooral aan buitenkant botten

Sponsachtig botweefsel

• Netwerk van botbalkjes met grote holten

• Geeft stevigheid aan het bot 

• Tussen holten zit beenmerg

• In uiteinden lange pijpbeenderen, en in platte beenderen

Beenmerg

In beenderen zit beenmerg.
Rood beenmerg --> maakt bloedcellen aan

Geel beenmerg --> opslaan  van vet

Rode beenmerg. Het zit vooral in het bekken, het borstbeen, de ribben en de ruggenwervels.

Botweefsel/kraakbeen

• Botweefsel

Bestaat uit kalkzouten (hardheid) 
+ collagene vezels (buigzaamheid)

• Kraakbeen

Veel collagene vezels, weinig kalk

Verschil kraakbeen en bot

Kraakbeenweefsel                                          Botweefsel

Is indrukbaar en uitrekbaar                        Is hard en breekbaar

Geen bloedvaten                                             Rijk doorbloed

Cellen liggen los van elkaar                       Cellen met elkaar verbonden

Samenstelling botten

Veel kraakbeen, veel collagene vezels

Weinig kraakbeen, veel kalk

plat: cranium, costea, scapula en os coxae. 

lange pijp: feumur, tibia, fibula, humerus, radius en ulna.

Onregelmatige: wervels en de hand- en voetwortelbeentjes.

 ossa carpi ossa tarsi os vertebra

Opdracht

Noem van elke soort 3 voorbeelden 

1. Platte beenderen
2. korte beenderen
3. Pijpbeenderen
4. Onregelmatige beenderen

Benoem hiervan ook weer de latijnse benaming

1. Schedel, scapula, costae sternum, pelvis

2. ossa carpi (handwortelbeentjes) ossa tarsi (voetwortelbeentjes) patella

3. humerus, radius, ulna, tibia, fibula, femur

4. boven en onderkaak, wervels, 

Botverbinding

Verbinding door:

gewricht, kraakbeen of een naad

Opdracht

Benoem onderstaande gewrichten:

1 kogel gewricht

2 ellipsvormig gewricht

3 zadelgewricht

4 scharniergewricht

5 rolgewricht

Opdracht

Maak in TM

Module 3, steunweefsel vraag:

6, 7, 8, 9, 12 en 13