1 Wat een talent - Lezen afsluiten start Woorden

Nederlands

Nederlands
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij Nederlands!

Benodigdheden:
  • Leesboek
  • Werkboek en schrift
  • Laptop

Zet alvast klaar:
  • Lessonup
    www.lessonup.com
    Log in met je naam en wachtwoord
  • Online methode
    Ga naar Magister
    Kies voor leermiddelen
    Kies Ne Talent


timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 4 - Quiz

Programma:

  • Afmaken lezen
  • Uitleg woorden 
  • Flitskaartjes maken
  • Plannen woorden leren
  • Paragraaf woorden




Lesvragen paragraaf woorden
  1. Ik kan van een tekst het onderwerp vinden en de alinea's en tussenkopjes aanwijzen
  2. Ik weet hoe ik de betekenis van woorden 1 en woorden 2 kan leren

Slide 5 - Diapositive

Weektaak lezen
Thema 1,  1.3 Lezen (online methode)
Basisopdrachten
4.2 - 5 - 7 - 8- 9- 10 - 11 - 12 - 13
Extra opdrachten
14 - 15 - 16 - 17
Klaaropdrachten
Lezen in leesboek
Noteer de antwoorden op de lesvragen in je schrift. 
Werk aan fictie opdrachten 1.1
huiswerk 14-09 Lezen af zijn
Leesstrategieen
Tijdens het lezen:
  • de titel
  • de kopjes
  • de illustraties
  • opvallende woorden:
  • (vet, schuingedrukt, onderstreept)
  •  getallen
Doe een voorspelling:
  • Waar gaat de tekst gaat over...
  • Wat weet je er al van? Wat heb je gezien, gehoord of gelezen 
Woordhulp
Bij een moeilijk woord:
Vaak staat de betekenis voor of achter het woord;
Bekijk plaatjes 
Alinea
Een tekst is vaak verdeeld in alinea's.
Een alinea is een stukje tekst van twee of meer zinnen die bij elkaar horen. in iedere alinea staat een stukje van het onderwerp.  De zinnen van een alinea schrijf je achter elkaar.

Zo kun je een alinea herkennen:
  • Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.
  • Soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit. Dat noem je inspringen.
  • De laatste zin van een alinea loopt meestal niet door tot het einde van de regel.
  •  
Tussenkopje
Een tussenkopje is een dikgedrukte deeltitel boven een alinea. 
timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

Theorie woordenschat
2 onderdelen
1. Betekenis van woorden uit een tekst halen (T2)
2. Woordenschat uitbreiden
Hoofdstuk 1:
Samenstelling
Door 25 woorden te leren (R vragen)

Slide 7 - Diapositive

Woorden bingo



Je moet 24 woorden uit de paragraaf woorden leren. Hoe kan je dit doen?


Manier 1:
  • Bekijk de woorden, welke woorden ken je nog niet?
  • Van deze woorden maak  je een flitskaartje of een zin


1. 
2. 
3. 
4. 
Klaar
Hoofdstuk 1
1.5 Woorden opdracht: 4, 6, 7, 10, 11, 12, 14, 18, 19

Slide 8 - Diapositive

Theorie woordenschat
2 onderdelen
1. betekenis van woorden uit een tekst halen (T2)
Woordenschat uitbreiden
Hoofdstuk 1:
Samenstelling
Hoofdstuk 2:
Synoniem
Door 25 woorden te leren (R vragen)
Leer- woorden
1. De achtergrond
2. De mogelijkheid
3. Voortdurend
4. Accepteren
5. Diverse
6. Variant
7. Verantwoordelijk

Slide 9 - Diapositive

Weektaak woorden
Thema 1,  1.5 Woorden (online methode)
Basisopdrachten
4, 6, 7, 10, 11,  12, 14, 18, 19
Extra opdrachten
5, 9, 13, 15, 16, 20
Klaaropdrachten
Maak zelf flitskaartjes voor woorden
Oefen met flitskaartjes online
Oefen met test jezelf online
Maak zinnen bij de woorden
huiswerk 25-09 Woorden af zijn
Samenstellingen
In een samenstellingen zijn van twee (zelfstandige naamwoorden) éen nieuw woord gemaakt.

Bijvoorbeeld:
school + boek = schoolboek

Slide 10 - Diapositive

Theorie woordenschat
2 onderdelen
1. Betekenis van woorden uit een tekst halen (T2)
2. Woordenschat uitbreiden
Hoofdstuk 1:
Samenstelling
Door 25 woorden te leren (R vragen)

Slide 11 - Diapositive

Nakijken

Slide 12 - Diapositive

Schrijfopdracht
Schrijf/ typ 2 minuten lang zoveel mogelijk op over jezelf.

Denk bijvoorbeeld aan je hobby's/ familie/ talent enz..

Let op! Je moet blijven schrijven
timer
2:00

Slide 13 - Diapositive