29-10-2024

• Spaans
• Beroepsopleiding

29-10-2024

Mirar Deberes

TB:

p.16, oef.12a , 12 b ( er zijn verschillende mogelijkheden)

p.17: Panamericana:, ej.a/ b :Luisteren , welke landen worden genoemd?

WB:

p.8, oef. 13, 14 : zelf de oplossingkijken(p.130)

 p.11, oef. 22, 23, 24 ( ook lidwoord schrijven)

p.13, 14: Reglas y sistemas : invullen.

p. 15: test

p.16 : Ik Kan al/ ik kan ook 

Artículo

Determinado:

Het/ De 

WB:

 p.8, oef.13, 14

TB: p. 15, BINGO

p.146, kies acht woorden.

Sleep de -AR werkwoorden naar de juiste plek.

3.  Yo...................perfectamente el inglés.

1. Tú...............la salsa y el flamenco.

2. Pedro.............música española en su dormitorio.

5. Nosotros..................bien.

4. Carlos y tú .............por el parque.

6. Juan y María .......................en la escuela.

hablo

bailas

escucha

camináis

cantamos

estudian

Werkboek

p.11, oef. 22, 23, 24 ( ook lidwoord schrijven)

Enkele vragende voornaamwoorden 

• ¿ Qué ?( wat?)

(¿Qué significa?)

• ¿ Quién ? /¿ Quienes ? ( wie?)

(¿Quién es Penélope Cruz?)

• ¿ Cómo ? ( hoe?)

(¿Cómo te llamas?)

• ¿ Para qué ? ( waarvoor?)

( ¿Para qué estudias español?)

Werkboek: p. 10, oef. 19

TB:p. 16, ej.13: Palabras en compañía.

Ejemplos: 

"Hablo español con mi pareja."

"Trabajo en un hotel."

"Viajo a Mallorca y paso las vacaciones en un hotel."

Panamericana p.17

De norte a sur.

Escucha y marca.

Escucha y marca en el mapa los países que se mencionan.

1. Van waar tot waar loopt de Panamerikaanse route van noord

         tot zuid?

        

    2. Door hoeveel landen en hoeveel klimaatzones loopt de

        route?

        

1.Desde Alaska hasta Argentina

2. 17 países y cuatro zonas climáticas

3. La lengua , la música, la gastronomía y los paisajes. 

WB: Reglas y Sistemas: p.13, 14

De klemtoon 

Wat weet je nu? 

• je naam zeggen
• vragen en zeggen waarom je Spaans leert 
• naar de betekenis van woorden vragen
• persoonlijke vnmw. als onderwerp
  
• regelmatige werkwoorden op -ar 
• het geslacht van zelfstandig nw
• enkelvoud/meervoud zelfst.nw

WB:

p. 15, TEST

WB:

p. 16, YA SÉ

• 1 de noviembre: Día de Todos los Santos (dag van alle heiligen)
• 2 de noviembre : Día de los Muertos/ Día de Todos los Difuntos (Dag van de doden)

El 31 de octubre es Halloween: All Hallows Eve -> Samhain(Saun) ( Keltisch kalender: Keltische Nieuwjaar):1 November

DEBERES

• TB:

p.18: Samenvatting kijken unidad 1 : Vragen?.

WB: 

p.10, oef. 21 "en una clase de español" : maken

p.11, oef. 23: leren de zinnen in het Spaans

Reglas y Sistemas (p.14): afmaken

p. 15: Test : maken

Adiós