1.4 Voedsel maken

Thema 1 Planten en dieren
1.4 Voedsel maken
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 Planten en dieren
1.4 Voedsel maken

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 1.3  De mens
Huiswerk nakijken opdr. 5 t/m 9 blz. 28 t/m 33

vandaag

Slide 2 - Diapositive

Een baard die een jongen krijgt is een voorbeeld van
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling

Slide 3 - Quiz

Oudere mensen beginnen soms een beetje te krimpen (ze worden kleiner)
waar hoort dit bij?
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling

Slide 4 - Quiz

In welke levensfase heb je een groeispurt?
A
puber
B
volwassene
C
bejaarde

Slide 5 - Quiz

lichamelijk ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
verliefd worden
bredere schouders
volwassener gedrag krijgen
vergeetachtig worden
borst groei bij meisjes
je gaat andere dinge leuk vinden
een baard krijgen

Slide 6 - Question de remorquage

Wie krijgen er eerder een groeispurt in de puberteit?
A
jongens
B
meisjes

Slide 7 - Quiz

leerdoelen vandaag (1.4)
Aan het einde van de les:
- weet je dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaat voor dieren en mensen
- kan je aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel

Slide 8 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Om te leven heb je voedsel nodig.
Planten maken voedsel voor alle organismen.
Ook voor zichzelf.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

1.4 Voedsel maken
Bij fotosynthese ontstaat de stof glucose (een soort suiker).
De glucose is voedsel voor de plant.

Mensen en dieren kunnen niet hun eigen voedsel maken.
Zij eten andere organismen (o.a. planten) om in leven te blijven.


Slide 11 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Je eet een boterham met kaas en tomaat.

Is voor dit eten een plant nodig?

Slide 12 - Diapositive

De boterham (brood) is gemaakt van tarwe.
Tarwe is het zaad van een plant.
Ook de tomaat komt van een plant.

De kaas is gemaakt van melk. Melk komt van een koe.
Een koe is geen plant. Maar een koe eet wel planten (gras).
Dus voor melk zijn ook planten nodig.




Slide 13 - Diapositive

1.4 Voedsel maken
Als je dus denkt aan de boterham met kaas en tomaat, komt al je voedsel van planten.

Mensen en dieren hebben altijd
planten  nodig voor hun voedsel.



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk

Lezen blz. 34 t/m 40
Maken opdr. 1 t/m 3, 5 t/m 7



Slide 17 - Diapositive