Introductie muziekinstrumenten
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel snaren heeft een elektrische gitaar?
A
6
B
4
C
3
D
8
Slide 2 - Quiz
Naar welke kant wijst de hals als je de gitaar bespeeld?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Naar boven
D
Naar onder
Slide 3 - Quiz
Welke vinger van je linkerhand raakt geen snaar?
A
Wijsvinger
B
Pink
C
Duim
D
Ringvinger
Slide 4 - Quiz
Hoeveel snaren heeft een basgitaar?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 5 - Quiz
Wat moet je doen als je de basgitaar speelt en er 'G = E3' staat?
A
De tweede snaar bespelen
B
De eerste snaar bespelen
C
De derde snaar bespelen en het 3e vakje links indrukken
D
De eerste snaar bespelen en het 3e vakje links indrukken
Slide 6 - Quiz
Hoe heten de twee bekkens die op elkaar zitten bij het drumstel?
A
Pannendeksels
B
Hot-hot
C
Hi-hat
D
Tom-Tom
Slide 7 - Quiz
Hoeveel onderdelen van het drumstel gebruik je als je het 'basis' ritme moet spelen?
A
4
B
2
C
5
D
3
Slide 8 - Quiz
Maak de zin af: Links van de twee, zit altijd de ...
Slide 9 - Question ouverte
Hoeveel vingers druk je tegelijkertijd in om een akkoord te spelen?
A
3
B
5
C
2
D
4
Slide 10 - Quiz
Welke vingers moet je ALTIJD gebruiken als je een akkoord op de piano speelt?
A
De pink en de duim
B
De wijsvinger en de middelvinger
C
De duim en de wijsvinger
D
De middelvinger en de pink
Slide 11 - Quiz
Welke instrument hoor je hier in het begin?
A
Elektrische gitaar
B
Basgitaar
C
Drums
D
Zang
Slide 12 - Quiz
Hoeveel verschillende instrumenten hoor je hier?
A
3
B
2
C
1
D
4
Slide 13 - Quiz
Wat moet je doen als je elektrische gitaar speelt en er staat 'G = 3'?
