Spelling P4 - Getallen

Welkom 3G! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3G! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek

Slide 1 - Diapositive

Welkom 3G! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Deze les
Spelling P4: Getallen

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je getallen in letters of cijfers moet schrijven. 

Slide 5 - Diapositive

Terugblik
Wanneer schrijf je een telwoord met -n?
Wanneer schrijf je een telwoord zonder -n?

Slide 6 - Diapositive



  • mensen
  • zelfstandig gebruikt

Slechts weinigen zijn daarvan op de hoogte.

Maar weinige              klanten .....




  • betrekking op zaken of dieren
Vele (diersoorten) worden bedreigd.

  • bijvoeglijk gebruikt
enkele leerlingen

MAAR: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden wel met -n:


Telwoorden met -en

Telwoorden met -e

Slide 7 - Diapositive

Met of zonder -n?
Maar:
  • tientallen, duizenden, honderden, miljoenen etc.

Er wonen miljoenen mensen in Nederland.
Hoeveel dieren daar leven? Ik denk miljarden.

Slide 8 - Diapositive

Met n of zonder n?
  1. De A7 is in beide / beiden richtingen afgesloten vanwege een grote brand.
  2. De opbrengst van het schilderij, dat gemaakt was door Andy Warhol, verbrak alle / allen records op de veiling.
  3. Vele / Velen dromen van het winnen van een grote geldprijs in de loterij.






Slide 9 - Diapositive

Met n of zonder n?
  1. Handdoeken en batterijen van een afstandsbediening zijn enkele / enkelen artikelen die toeristen vaak uit hotelkamers meenemen.
  2. Beide / Beiden zijn afgestudeerd en werken nu als ambulanceverpleegkundige.
  3. Toen we met de bus naar het stadscentrum gingen, moesten de meeste / meesten hun ov-chipkaart opwaarderen.






Slide 10 - Diapositive

Spelling P4 - Getallen
Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers. 
Leer de regels uit je hoofd! 




Slide 11 - Diapositive

Spelling H3 - Getallen
Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard, biljoen, enz.: negenhonderdduizend;




Slide 12 - Diapositive

Spelling H3 - Getallen
Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.




Slide 13 - Diapositive

Spelling H3 - Getallen
LET OP:
  • Breuken schrijf je met een spatie: een vierde: 1/4, behalve in een samenstelling: eenderdeminderheid 
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers wordt. 
  • Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend


Slide 14 - Diapositive

Julia koopt ......... tijdschriften per week.​
A
6
B
zes

Slide 15 - Quiz

Otto speelde met …. vrienden een potje Fortnite. ​
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 16 - Quiz

De staatsgreep vond plaats op ..........​
A
Vijftien mei negentieneenenzestig​
B
15 – 5 – 1961​
C
15 mei negentieneenenzestig​
D
15 mei 1961

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 248/249)
Cursus 7 - Spelling - P4 Getallen


Klaar?
  • werk verder aan de handleiding 
  • maak een samenvatting
  • oefen extra via NN Online

timer
25:00

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Donderdag 26 september:
  • C7, P4: opdr. 1 t/m 4
  • Handleiding af (Magister)


Slide 19 - Diapositive