3F tekstverbanden en signaalwoorden

Nederlands
Theorie (tekst)verbanden en signaalwoorden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Theorie (tekst)verbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Agenda
1. Presentie + webcam
2. Vorige week: Inleiding, kern en slot
3. Deze week: Tekstverbanden en Signaalwoorden

Slide 2 - Diapositive

De inleiding
  • aandacht trekken van het publiek;
  • het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren;
  • Introductie van het onderwerp
  • informatie geven over wat komen gaat.

!! Meestal één alinea 
!! Titel hoort NIET bij de inleiding

Slide 3 - Diapositive

De kern
  • Grootste gedeelte van de tekst
  • Meerdere alinea's
  • Deelonderwerpen

WWWWWH-vragen

Slide 4 - Diapositive

Het slot
  • De tekst wordt samengevat
  • Het belangrijkste wordt herhaald

In het slot komt géén nieuwe informatie!

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel signaalwoorden en tekstverbanden


 Aan het einde van de les herken je signaalwoorden en kan je het bijbehorende tekstverband noemen.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg
Je gaat nu naar een filmpje luisteren en tussendoor beantwoord je de vragen.


Slide 7 - Diapositive

4

Slide 8 - Vidéo

Even oefenen

Slide 9 - Diapositive

00:00
Welke (tekst)verbanden ken je nog?

Slide 10 - Question ouverte

01:01
Het regent, .... trek ik een regenpak aan.
Welk signaalwoord moet je gebruiken?
A
en
B
daarom
C
daardoor

Slide 11 - Quiz

01:47
Maak een zin met een opsommend tekstverband, bijv. van wat je graag eet.

Slide 12 - Question ouverte

02:30
Je krijgt 10 euro als je geen onvoldoendes op je rapport hebt.
Wat is het signaalwoord?
A
10 euro
B
geen onvoldoendes
C
als
D
je rapport

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, MAAR er klinken ook andere geluiden.
Welk tekstverband geeft 'maar' aan?
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting

Slide 15 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. ZO kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud.
Welk tekstverband geeft 'zo' in de tweede zin aan?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
reden of verklaring
D
toelichting of uitleg

Slide 16 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. OOK weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier WAARDOOR het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is.
Welk tekstverbanden geven 'ook' en 'waardoor' in de derde zin aan?
A
ook = opsomming waardoor = argument
B
ook = tegenstelling waardoor = oorzaak-gevolg
C
ook = opsomming waardoor = oorzaak-gevolg
D
ook = toelichting of uitleg waardoor = vergelijking

Slide 17 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. Ook weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier waardoor het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is. Daarnaast kost het maken van een papieren beker tweeënhalf keer zo veel energie als een beker van piepschuim.
WELK SIGNAALWOORD VAN EEN OPSOMMING ZIE JE IN DE LAATSTE ZIN?
A
daarnaast
B
tweeënhalf keer
C
er staat geen signaalwoord van een opsomming in
D
zo ... als

Slide 18 - Quiz

Kies de twee goede antwoorden.

Tekstverbanden...
A
... geven alinea's aan.
B
... geven het doel van een tekst aan.
C
... geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben.
D
... helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 19 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Kleine test
Voorbeeld
Tegenstelling
Oorzaak gevolg
Chronologie
daardoor
maar
neem nou
hoewel
eerst
onder andere
doordat
dat kwam door
vroeger
echter

Slide 20 - Question de remorquage

[2] Het aantal fietsen blijft groeien – Nederland telde er in 2009 al 18 miljoen – en daarmee dreigt het ‘paard van de democratie’,  zoals de fiets wel genoemd wordt, aan zijn eigen succes ten onder te gaan: wegen raken ermee verstopt en parkeerplaatsen lijken er nooit genoeg. Ondanks miljoeneninvesteringen zal het tekort aan fietsparkeerplekken bij stations de komende tien jaar verdubbelen tot tweehonderdduizend. Een ‘fietsinfarct’ dreigt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hebben beleidsmakers en belangengroepen al die jaren zitten slapen? 
Sleep de tekstverbanden naar het juiste signaalwoord.

opsommend
toelichtend
tegenstellend

Slide 21 - Question de remorquage

Schrijfopdrachten
- Deadlines 
- Mails
- Formulieren

Slide 22 - Diapositive

Einde LessonUp!
Ga nu aan de slag in Taalblokken:
Huiswerk is: (Lezen en Luisteren t/m opgave 19)

Slide 23 - Diapositive