HAVO 3 par 8.4 Nederland en het buitenland

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Paragraaf 8.4

Groeit de economie

Programma

• Lesdoelen
• Herhaling paragraaf 8.3 (quiz)
• Lesstof paragraaf 8.4: Nederland en het buitenland
• Opdrachten maken uit boek/ online 
• Huiswerk
• Volgende week

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen dat internationale handel leidt tot vraag en aanbod van valuta en een verandering van de wisselkoers. 
• Je kunt aangeven welke factoren invloed hebben op internationale concurrentiepositie van een land. 

Herhaling 

Quiz over paragraaf 8.3 

Welke lijn geeft inkomensongelijkheid weer

1. Blauwe lijn
2. Oranje lijn

Wat geeft de lorenzcurve aan?

1. De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen
2. De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
3. De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
4. De rijkste 30 % van de mensen verdient 60 % van het inkomen

Hoe groter de boog van de lorenzcurve hoe groter de inkomensongelijkheid

1. Waar
2. Nietwaar

Inkomensverdeling nadat de overheid heeft ingegrepen

1. Primaire inkomensverdeling
2. Secundaire inkomensverdeling

Het verschil tussen hoge en lage inkomens wordt procentueel kleiner

1. Nivelleren
2. Denivelleren

Inkomens kun je nivelleren met een ... belastingstelsel

1. Progressief
2. Degressief
3. Proportioneel
4. Geen van allen

Leonie verdient €75.000 per jaar.
Welke uitspraak is juist.

1. Ze betaalt 37,07% belasting over €75.000.
2. Ze betaald 37,07% belasting over €69.398 en over het overige bedrag (€75.000 - €69.398) betaald ze 49,50 %.
3. Ze betaald 49,50 % over €75.000
4. Ze betaald 37,07% over €69.398 en 49,50 % over €75.000

8.4 Nederland en het buitenland

Internationale handel zorgt voor een stijging van de welvaart, omdat productie hierdoor stijgt.

1. juist
2. Onjuist

Euro's, dollars, ponden, yens: hoe betaal je in het buitenland?

Sinds 2002 hebben we in veel Europese landen de euro. Naast de euro zijn er nog ander munteenheden, ook wel valuta genoemd. 

De wisselkoers is de prijs van een munteenheid uitgedrukt in een andere munteenheid. Bijvoorbeeld €1 = $1. De prijs komt tot stand door vraag en aanbod. Als er meer vraag is dan aanbod naar valuta, zal de wisselkoers stijgen. 

Welke vreemde valuta ken je?
Noem er 1 (denk aan je project)

Op een bepaalde datum is de euro-dollarkoers €1 =$1,08. Een paar weken later is de koers €1 = $0,95. Welke munt is meer waard geworden?

1. Euro
2. Dollar

Aantrekkelijk of niet?

Wanneer een land een product goedkoper of van beter kwaliteit kan maken dan een ander land, spreek je van internationaal concurrentievoordeel. 

De internationale concurrentiepositie geeft aan hoe aantrekkelijk een land is ten opzicht van andere landen. 

Deze factoren spelen een rol: loonniveau, arbeidsproductiviteit, inflatie

Machines nemen het werk van werknemers over.
Welke factor heeft invloed?

1. Loonniveau
2. Inflatie
3. Arbeidsproductiviteit

Zorgt deze arbeidproductiviteit zorgt voor een .... van de internationale concurrentiepositie

1. Verbetering
2. Verslechtering

Aan de slag

Maken opdracht 42 - 49 paragraaf 8.3 blz. 227 -229 van je boek

Huiswerk

Maken opdracht 42 - 49 paragraaf 8.3 blz. 227 -229 van je boek

Volgende week

- Herhaling h8

- So h7 inzien

- Laatste les voor toetsweek

Ideeën voor de laatste les?