Huiswerk bespreken. Welke vraag/vragen snap je niet?
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Huiswerk bespreken. Welke vraag/vragen snap je niet?
Slide 1 - Question ouverte
Agrarische samenleving is een samenleving waarin...
A
Alle mensen wonen in de stad en zijn ambachtslieden
B
Mensen zowel in de stad als op het platteland wonen
C
Bijna alle mensen boeren zijn en op het platteland wonen
Slide 2 - Quiz
De agrarische samenging ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk
Slide 3 - Quiz
De agrarische samenging ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk
Slide 4 - Quiz
Middeleeuwen
Middeleeuwen 500 - 1500
Vroege middeleeuwen 500 - 1000
Late middeleeuwen 1000 - 1500
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat voor een samenleving kende deze periode?
Slide 7 - Question ouverte
4.1 Leven op het platteland
Slide 8 - Diapositive
planning
Lesdoelen
huiswerk
Uitleg
Quizje
Opdrachten maken
Afsluiten
Slide 9 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseren en besturen, en hoe het leven van de boeren er uitziet in deze tijd.
Slide 10 - Diapositive
Hofstelsel
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Het domein was zelfvoorzienend, autarkisch.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
Meestal moesten de vrije boeren ook pacht betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 13 - Diapositive
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Het drieslagstelsel
Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken,
waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).
Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.
Slide 17 - Diapositive
Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Slide 18 - Diapositive
Een domein bestaat uit...
A
2 delen
B
3 delen
C
4 delen
D
5 delen
Slide 19 - Quiz
De baas van een domein wordt de domeinheer genoemd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Welk onderdeel van een domein is alleen voor de heer
A
Woeste grond
B
Vroonland
C
Hoeveland
Slide 21 - Quiz
Woeste gronden bestonden uit
A
Rivieren
B
Bossen
C
Moerassen
D
A,B en C zijn juist
Slide 22 - Quiz
In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd
Slide 23 - Quiz
Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.
Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
A
Een horige
B
Een heer
Slide 24 - Quiz
Hoe noemen we de klusjes die de horige moest doen voor de landheer?
A
Slavenarbeid
B
pacht
C
klusjes
D
herendiensten
Slide 25 - Quiz
Wat zijn herendiensten?
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Gratis op het land van de heer wonen
D
Bescherming geven aan de horigen
Slide 26 - Quiz
Deze boer moest veel herendiensten doen en mocht niet van het domein af:
A
Horige boer
B
Vrije boer
Slide 27 - Quiz
Welke plicht had een vrije boer?
A
In oorlogstijd op het land van de koning werken
B
In oorlogstijd in het leger van de koning vechten
Slide 28 - Quiz
Opdrachten maken
4.1 Leven op het platteland
Opdracht 3 t/m 12
Eerder klaar?
Leer de begrippen
Maak een samenvatting
Bekijk de ontdekkingsplaat
timer
15:00
Slide 29 - Diapositive
huiswerk
4.1 leven op het platteland
Opdracht 3 t/m 12 (huiswerk voor maandag)
Maak je eigen domein met legenda op een tekening of via paint. Maak foto en stuur deze via ELO opdrachten voor volgende week donderdag (dus hoeft niet af voor maandag)