Poëzie les 1

Poëzie
Fictie deel 2 : Poëzie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Poëzie
Fictie deel 2 : Poëzie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is poëzie?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De kenmerken van poëzie
We bekijken samen een filmpje over poëzie.

Tijdens het kijken van het filmpje maak je aantekeningen over poëzie in je schrift.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kenmerken van poëzie
Wat heb je opgeschreven?
Kenmerken van poëzie
Wat heb je opgeschreven?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van poëzie
  • Regels zijn niet volgeschreven; er is veel wit op de bladzijde.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt taal vaak anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regel
Een regel in een gedicht hoeft niet te beginnen met een hoofdletter of te eindigen met een leesteken. Het zijn gewoon alle woorden die op één regel staan.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zin
Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met
een leesteken. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strofe
De regels in een gedicht die bij 
elkaar horen. 
Tussen de strofen is een 
regel overgeslagen. (witregel!)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vuurdoorn
VUURDOORN

Stel dat jij een zak
met twintig sinaasappels
leeg eet - je pakt ze
met je lippen en slikt
zo'n oranje bal in één
keer door - dan de volgende.

Zo zag ik een merel
op een tak met zijn snavel
in de weer - af en toe
keek hij om zich heen
of het wel mocht. 

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1 blz. 84 
Wat eet de merel?
Waarmee vergelijkt de dichter het gedrag van de merel?
Wat voor effect heeft die vergelijking op jou? 
Huiswerk

Methode digitaal 
Cursus 3 Fictie
§ 4 Over gedichten
Opdracht 2 en 3 




Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijm
Als de laatste stukjes van twee
woorden hetzelfde klinkt, rijmen ze.

Bijvoorbeeld: feest - geweest

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijmschema's
Gepaard rijm: a a b b - c c d d
Gekruist rijm: a b a b - c d c d 
Omarmend rijm: a b b a - c d d c 
Gebroken rijm: a b c d - d e f e 
slagrijm: a a a a - b b b b 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions