Herhalen Cursus 1: Lezen

timer
2:00
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je boeken en device op tafel.
  • Login op LessonUp.app.
WELKOM!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
2:00
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je boeken en device op tafel.
  • Login op LessonUp.app.
WELKOM!

Slide 1 - Diapositive

Agenda
  • Lezen (10 minuten)
  • Herhalen cursus 1
  • Planning deze week

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Wat is het doel van oriënterend lezen?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het doel van globaal lezen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het doel van precies lezen?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een samenstelling?

Slide 7 - Question ouverte

Welke twee andere woordraadstrategieën heb je dit jaar geleerd?

Slide 8 - Carte mentale

Woordraadstrategieën
  1. Samenstelling: Een samenstelling is een woord dat is gemaakt uit twee of meer losse woorden.
  2. Afleiding: Een afleiding is een woord met een voor- en/of achtervoegsel.
  3. Woord uit een andere taal: De betekenis van een woord uit een andere taal gebruiken.

Slide 9 - Diapositive

Welke vier tekstverbanden ken je nog?

Slide 10 - Carte mentale

Tekstverbanden
  1. Tegenstellend tekstverband
  2. Chronologisch tekstverband
  3. Opsommend tekstverband
  4. Toelichtend tekstverband

Slide 11 - Diapositive

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellend tekstverband?

Slide 12 - Carte mentale

Welke signaalwoorden horen bij een opsommend tekstverband?

Slide 13 - Carte mentale

Signaalwoorden
  1.     Tegenstellend tekstverband: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant … aan de andere kant.
  2.     Chronologisch tekstverband: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.
  3.     Opsommend tekstverband:ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), en, daarnaast, verder, ten slotte.
  4.     Toelichtend tekstverband: bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld.

Slide 14 - Diapositive

Wat is een hoofdzaak?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een bijzaak?

Slide 16 - Question ouverte

Op welke twee manieren kan je de hoofdzaak vinden?

Slide 17 - Carte mentale

Zo vind je de hoofdzaak
  •     De hoofdzaken van een tekst of programma vind je vaak in de inleiding of in het slot.
  •     Hoofdzaken vind je ook in de kernzinnen. Vaak is de kernzin van een alinea de eerste of de laatste zin.

Slide 18 - Diapositive

Wat is een feit?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een mening?

Slide 20 - Question ouverte

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?

Slide 21 - Question ouverte

Wat kan je leren?
  • Theorie van § 2 t/m 6 van Cursus 1.
  • Aantekeningen en opdrachten.
  • Uitlegvideo's.
  • Oefentoetsen.

Slide 22 - Diapositive

Planning van deze week
  • Volgende les is een keuze.
  • Heb je vragen?
  • Oefentoets maken.
  • Vrijdag het proefwerk!

Slide 23 - Diapositive