Je schrijft op pagina 1 je naam, je klas en de datum.
je naam = .....
je klas = OKAN B
de datum = 14 november 2022
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Okan CSecundair onderwijs
Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Wat doe je?
Je schrijft op pagina 1 je naam, je klas en de datum.
je naam = .....
je klas = OKAN B
de datum = 14 november 2022
Slide 1 - Diapositive
START VAN DE LES
STAPPENPLAN:
1/ Zet je pc aan.
2/ Schrijf in Google: LessonUp.app
3/ Geef de code in: ......
Slide 2 - Diapositive
Wat doet deze man?
Waar is hij?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is het THEMA van de les? Wat is het onderwerp van de les?
Slide 5 - Question ouverte
Waarover gaat deze les?
De stad Oudenaarde.
Wat zijn de KENMERKEN van een STAD?
= hoe weet je dat het een stad is?
= wat zien we in de stad?
Slide 6 - Diapositive
DE KOPPENBERG = BEZIENSWAARDIGHEID
Slide 7 - Diapositive
BEZIENSWAARDIGHEID
= waardig om te zien
= iets moois, iets leuks
Slide 8 - Diapositive
BEZIENSWAARDIGHEID
WAAR BEN IK GRAAG? Ik ben graag in de klas Okan C.
WAT VIND IK LEUK? Ik vind de leerlingen en de meester leuk.
WAT VIND IK MOOI? Ik vind de Koppenberg mooi.
= een MENING = wat iemand vindt = voor elke mens anders !
Slide 9 - Diapositive
Ik vind een vergezicht op de Koppenberg in Oudenaarde mooi.
Slide 10 - Diapositive
Mijn mening = Wat vind ik leuk/ mooi?
Ik (mevrouw Vicky) vind de natuur mooi. Ik ben graag in
het bos en op de Koppenberg.
Slide 11 - Diapositive
Jouw mening = Wat vind jij mooi / leuk?
Ik vind ...................................
mooi/ leuk.
Ik ben graag in ............................
Slide 12 - Diapositive
We draaien de spinner om duo's te maken.
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel inwoners telt Oudenaarde?
A
3.000
B
16.000
C
32.000
D
140.000
Slide 14 - Quiz
Luisteren
Vind de juiste woorden.
Welk woord past bij de foto?
Slide 15 - Diapositive
A
het zebrapad
B
het voetpad
C
de straat of de weg
D
de markt
Slide 16 - Quiz
A
het stadhuis
B
het museum
C
het voetpad
D
het zebrapad
Slide 17 - Quiz
A
het fietspad
B
het voetpad
C
het fietspad / het voetpad
D
het voetpad / het fietspad
Slide 18 - Quiz
A
de brug
B
de markt
C
het stadhuis
D
het museum
Slide 19 - Quiz
A
de straat
B
het huis
C
de brug
D
de markt
Slide 20 - Quiz
A
de winkel
B
de supermarkt
C
het stadhuis
D
het ziekenhuis
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Vidéo
00:02
DE STAD OUDENAARDE
Hoe heet de rivier in Oudenaarde? Oudenaarde ligt in welke streek? Hoe is het landschap in Oudenaarde?
Slide 23 - Diapositive
00:17
Welke kenmerken heeft het landschap van Oudenaarde?
A
bergen = berglandschap
B
heuvels = heuvellandschap
C
zee = zeelandschap
Slide 24 - Quiz
00:20
Hoe heet de streek waarin Oudenaarde ligt?
A
de Vlaamse heuvels
B
de Vlaamse bergen
C
de Vlaamse streek
D
de Vlaamse Ardennen
Slide 25 - Quiz
00:21
Typ je naam als jij in de Vlaamse Ardennen woont!
Slide 26 - Question ouverte
00:30
Hoe heet de rivier die doorheen Oudenaarde stroomt?
A
de Schelde
B
de Leie
C
de Loire
D
de Durme
Slide 27 - Quiz
00:31
MONUMENT
Welk monument staat er op het marktplein?
Waarom is het werelderfgoed?
Wat is het MOU?
Slide 28 - Diapositive
00:50
Welk monument staat er op de markt?
A
de kerk
B
de kathedraal
C
het gemeentehuis
D
het stadhuis
Slide 29 - Quiz
00:51
Een deel van het stadhuis is beschermd werelderfgoed/
A
B
C
Slide 30 - Quiz
01:04
Waarover vertelt het MOU? M= MUSEUM van OU = OUDENAARDE
A
het stadhuis
B
de geschiedenis van Oudenaarde
Slide 31 - Quiz
01:34
Waar kan je iets eten op het marktplein?
A
in een café
B
in het stadhuis
C
in het restaurant
D
in de winkel
Slide 32 - Quiz
Werkbundel
Vul in pagina's 4, 5 en 6.
timer
10:00
Slide 33 - Diapositive
Antwoorden
Oudenaarde
de Vlaamse Ardennen
32 000
De Koppenberg is een heuvel.
een heuvel = lager dan 200 meter
een berg = hoger dan 200 meter
Slide 34 - Diapositive
Welke gebouwen zag je in het filmpje?
In het filmpje zag ik......
het museum - het stadhuis - de markt
Slide 35 - Diapositive
KENMERKEN VAN DE STAD
= een grotere plaats waar mensen dicht op elkaar wonen met grotere wegen/straten. = een plek waar je kan wonen + werken + veel kan doen in de vrije tijd (= tijd dat je niet naar school gaat.)
Slide 36 - Diapositive
Werkbundel
Noteer 2 moeilijke woorden op pagina 7.
timer
2:00
Slide 37 - Diapositive
Mijn mening/ Wat vond ik van de les?
=
=
Slide 38 - Diapositive
Klasopdracht/ duo (volgende les)
Zoek een bezienswaardigheid uit uit je land van herkomst +
(KIES UIT: sport / cultuur / natuur)
Slide 39 - Diapositive
STAPPENPLAN/
1/ Google: werelderfgoed + je land van herkomst
2/ Gebruik Google translate
3/ Word: kopiëren/copy + plakken/paste
Slide 40 - Diapositive
01:33
Waar kan je iets drinken op de markt?
A
in het stadhuis
B
in de bibliotheek
C
in de winkel
D
in het café
Slide 41 - Quiz
01:03
Wat is het MOU?
A
een winkel
B
een museum
C
een school
D
een supermarkt
Slide 42 - Quiz
00:18
Oudenaarde ligt niet op de heuvels. Oudenaarde ligt lager, in:
A
de Maasvallei
B
de Scheldevallei
C
de Leievallei
D
de Sambervallei
Slide 43 - Quiz
00:19
DAL OF VALLEI = gebied tussen heuvels of bergen b
Slide 44 - Diapositive
00:00
Hoe kijken we naar de video?
Ik deel de video op in delen.
Voor elk deel: je leest de vraag/vragen.
Na elk deel: je antwoordt op de vraag/vragen.
Slide 45 - Diapositive
PRESENTATIE/ "ons werelderfgoedmuseum"
We houden een wandelende tentoonstelling in de klas.