Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Programma
Voorkennis
Verhaal
Strijden en sporten
Aan de slag - samevatten
Terugblik - lessonup
Slide 1 - Diapositive
De Grieken
Strijden en sporten
Slide 2 - Diapositive
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 na Chr.
* de oudheid
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom de Grieken soms samen moesten werken en waarom Sparta en Athene met elkaar in oorlog raken
Slide 4 - Diapositive
Wat voor sport is dit?
Slide 5 - Diapositive
Hoe lang is de marathon?
A
12 km en 195 meter
B
22 km en 195 meter
C
32 km en 195 meter
D
42 km en 195 meter
Slide 6 - Quiz
Griekse Oorlogen
Slide 7 - Diapositive
Phidippides
Hij is 40 jaar oud en woont in Athene.
Professionele koerier te voet.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
timer
0:30
Bekijk 30 seconden erg goed naar het plaatje. Je krijgt er zo een vraag over:
Slide 12 - Diapositive
timer
0:45
Welke 6 sporten beoefende de Grieken tijdens de Olympische Spelen?
Slide 13 - Question ouverte
Antwoord:
1. Hardlopen
2. Speerwerpen
3. Discuswerpen
4. Worstelen
5. Boksen
6. Verspringen
Slide 14 - Diapositive
gymnasium: sportschool
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag
Lezen 3.4 Strijden of sporten (blz. 58 - 60)
3.4 Werkboek maken: 1 t/m 10.
Nakijkboek staat in de studiewijzer (3.3 nakijken)
Klaar? Maak een samenvatting van een paragraaf naar keuze van hoofdstuk 3. Dit mag alleen of in tweetallen, of samen met de docent.
Laat je samenvatting controleren.
Wat voldoet aan een goede samenvatting voorbeelden?
Een hulpblad om een samenvatting te maken mag je pakken.
Slide 16 - Diapositive
Twee uitspraken over de Olympische Spelen:
I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen". II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.
Slide 17 - Quiz
In welke Griekse stad zijn de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Athene
B
Olympia
C
Delphi
D
Issos
Slide 18 - Quiz
Hoe heette de belangrijkste god van de Oude Grieken?
A
Aphrodite
B
Zeus
C
Poseidon
D
Odysseus
Slide 19 - Quiz
Wat was in de Griekse oudheid geen Olympische sport?