Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Bij een vergelijking hoort vaak het woordje ALS of LIJKT.
ZO....ALS..... / IS NET.......
Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon. Je kent menselijke eigenschappen toe aan een 'dood' ding.
Bijvoorbeeld: