Herhaling H4 - R les

Start: 15 minuten in stilte
Kies 1 van de volgende dingen:

- Lees voor jezelf de paragraaf waar je nu mee bezig bent.
- Aan opdrachten werken.
- Leren voor de toets door een samenvatting te maken.
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Start: 15 minuten in stilte
Kies 1 van de volgende dingen:

- Lees voor jezelf de paragraaf waar je nu mee bezig bent.
- Aan opdrachten werken.
- Leren voor de toets door een samenvatting te maken.

Slide 1 - Diapositive

Welkom terug!
  • Tips voor leren AK afronden
  • LessonUp/herhaling H4

OF

  • Verder aan hoofdstuk waar je mee bezig bent (in stilte)

Slide 2 - Diapositive

Aardkorst
Aardmantel
Aardkern

Slide 3 - Question de remorquage

Aarde van binnen?
Van binnen naar buiten:
1. Aardkern (binnen- en buitenkern)
2. Aardmantel
3. Aardkorst

Slide 4 - Diapositive

Endogene en Exogene krachten
= krachten waardoor het aardoppervlak kan veranderen

Endogeen: van binnenuit

Exogeen: van buitenaf

Slide 5 - Diapositive

Endogene krachten 
De endogene krachten ontstaan doordat het binnenin de aarde heel warm is.

Door deze hitte gaat de vloeibare aardmantel bewegen. De stromingen die dan ontstaan heten convectiestromingen.


Slide 6 - Diapositive

Wat is de oorzaak voor het verschuiven van de aardplaten?
A
De platen liggen los en drijven op de oceanen.
B
De platen drijven op de stroming van de aardmantel.
C
Convectiestromen
D
Convergentiestromen

Slide 7 - Quiz

Hoe worden de scheuren in de aardkorst genoemd?
A
platen
B
platentektoniek
C
breuken
D
lijnen

Slide 8 - Quiz

Aardplaten
  • De convectiestromingen zorgen voor breuken in de aardkorst, hierdoor ontstaan verschillende platen/schollen.

  • De platen bewegen door de convectiestromingen enkele centimeters per jaar. 

  • Dit bewegen noemen we platentektoniek.

Slide 9 - Diapositive

Oceanische plaat
Plaat die bestaat uit een groot zeeoppervlak (oceaan)
Continentale plaat
Plaat die bestaat uit een groot landoppervlak 

Slide 10 - Diapositive

Welke plaat is dikker? En welke zwaarder?
A
oceanisch, oceanisch
B
continentaal, continentaal
C
oceanisch, continentaal
D
continentaal, oceanisch

Slide 11 - Quiz

Naar elkaar
Langs elkaar
Van elkaar af
Convergent
Divergent
Transform
Subductie

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Platen bewegen op 3 manieren

Slide 14 - Diapositive

(convergent)

Slide 15 - Diapositive

(convergent)
Vulkanisme?
Ja, heftige
Aardbevingen?
Ja, zware

Slide 16 - Diapositive

De trog
Een diepe kloof onde rin de zee, ontstaan door subductie (wegduiken) van een oceanische plaat. Kan wel 10 km diep zijn.
Subductie
Als één plaat onder de andere duikt, noemen we dat subductie

Een oceanische plaat is altijd zwaarder en duikt daarom onder de lichtere continentale plaat en duikt daarom.

Slide 17 - Diapositive

Mid-oceanische rug
Langgerekte bergrug onder in de zee, ontstaan doordat magma bij het uit elkaar drijven van 2 oceanische platen naar boven komt.
(divergent)
Vulkanisme?
Ja, lichte
Aardbevingen?
Ja, lichte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

(transform)
Vulkanisme?
Nee
Aardbevingen?
Ja, zware

Slide 20 - Diapositive

Endogeen of exogeen?

Slide 21 - Diapositive

Endogeen of exogeen?

Slide 22 - Diapositive

Zet de begrippen bij de juiste uitleg.
Het bewegen van de aardplaten door de convectiestromen in de aardmantel
Stromingen in de magma die zich bevinden in de aardmantel.
Het vloeibare gesteente in de aardmantel dat rondom de aardkern stroomt.
Krachten die vanuit het binnenste van de aarde komen
Convectiestromen
Magma
Plaattektoniek
Endogene krachten

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe ontstaat een aardbeving?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Epicentrum
Hypocentrum

Slide 26 - Question de remorquage

hypocentrum
  • Plek waar de aardbeving begint
  • Bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • Plek recht boven de bron van de aardbeving.
  • Hier is de meeste schade

Slide 27 - Diapositive

Schaal van Richter
  • De schaal van Richter: meet de kracht van een aardbeving.

  • De schaal loopt van 0 tot 10.

  • De schaal werkt met sprongen van x 10.


Slide 28 - Diapositive

De kracht van een aardbeving wordt weergegeven met de schaal van  
Een aardbeving van 6 op deze schaal is                   keer zo zwaar als een beving van 5 en                  keer zo zwaar als een beving van 4. 
Sleep de woorden naar de juiste plek in de zin
........................
..............
..............
Richter
Mercalli
10
1
2
100

Slide 29 - Question de remorquage

Slide 30 - Diapositive

Schildvulkaan
Stratovulkaan
Caldeira
Divergentie

Convergentie

Convergentie

Slide 31 - Question de remorquage

1. Schildvulkaan
  • Plaatbeweging: divergentie (óf bij een hotspots)
  • Niet explosief
  • Magma is dun en vloeibaar
  • Flauwe helling vormt zich, net als een schild(pad).

Slide 32 - Diapositive

Mauna Loa (Hawaï)

Slide 33 - Diapositive

2. Stratovulkaan
  • Plaatbeweging: subductie

Slide 34 - Diapositive

Subductie

Slide 35 - Diapositive

2. Stratovulkaan
  • Plaatbeweging: subductie
  • Explosieve eruptie
  • Magma dik en stroperig
  • Steile helling
  • Vulkanische bommen
  • Pyroclastische stroom (gloedwolk)

Slide 36 - Diapositive

Fuji (Japan)

Slide 37 - Diapositive

3. Caldeiravulkaan
  • Ontstaan uit stratovulkanen met grote magmakamer
  • Na uitbarsting stort het dak van de leeggelopen magmakamer in
  • In de oude krater vormt zich een kratermeer en (1 of meer ) nieuwe krater(s)


Slide 38 - Diapositive

Fogo (Kaapverdië)

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Stratovulkaan
Schildvulkaan
Caldeira Vulkaan

Slide 41 - Question de remorquage

Als twee platen langs elkaar bewegen, dan ontstaat er alleen een....
A
gebergte
B
vulkaan
C
trog
D
aardbeving

Slide 42 - Quiz

Wat stort er in bij het ontstaan van een caldeiravulkaan?
A
randen van de vulkaan
B
magmakamer
C
kraterpijp
D
aardmantel

Slide 43 - Quiz

In een caldeiravulkaan kan een nieuwe, kleinere vulkaan groeien.

Is dit juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quiz

Wanneer ontstaat een mid-oceanische rug?
A
als twee oceanische platen uit elkaar bewegen
B
Als twee continentale platen naar elkaar toe bewegen
C
Als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt
D
Als twee platen langs elkaar heen bewegen

Slide 45 - Quiz

Een vulkaan is een voorbeeld van een endogene kracht.

Juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

Wat voor vulkanen zijn er in IJsland vooral? Hoe bewegen de platen daar?
A
stratovulkanen, uit elkaar
B
schildvulkanen, naar elkaar toe
C
caldeiravulkanen, langs elkaar
D
schildvulkanen, uit elkaar

Slide 47 - Quiz