1a Teken een assenstelsel. Zet langs beide assen
de getallen 1 tot en met 7.
b Teken de punten A(3, 0), B(6, 2) en C(4, 5) in het assenstelsel.
c De punten A, B en C zijn hoekpunten van het vierkant ABCD.
Teken dit vierkant en zet de letters bij de hoekpunten.
d Teken de diagonalen van het vierkant ABCD.
e Punt S is het snijpunt van de diagonalen.
Schrijf de coördinaten van punt S op.