Week 5: Thema's SP/GV + woordenschat test

Week 5
  • Idiom of the week! 
  • Engels op de werkvloer
  • Thema's SP/GV
  • Woordenlijsten
  • Woordenschat test
  • Maak je eigen verhaal!
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Week 5
  • Idiom of the week! 
  • Engels op de werkvloer
  • Thema's SP/GV
  • Woordenlijsten
  • Woordenschat test
  • Maak je eigen verhaal!

Slide 1 - Diapositive

Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''Cream of the crop''

Slide 2 - Diapositive

Idiom of the week!
''Cream of the crop''
Meaning: 
The very best of a group
Example: 
Everyone knows that Harvard and Yale only accept the cream of the crop.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Thema's spreken/gesprekken
  • Jezelf
  • Je hobby's, wat doe je in je vrije tijd, sport
  • Opleiding
  • Stage
  • Je eigen woonplaats
  • Cultuur, Typisch Nederlands, Nederlanders, Nederland
  • De weg wijzen (GV)

Slide 5 - Diapositive

Thema's spreken/gesprekken
  • De opdracht voor je examen krijg je natuurlijk pas 10 min voordat je examen moet doen, maar je kan je wel goed voorbereiden in de lessen. 
  • Schrijf per thema eens uit wat jij zou kunnen/willen vertellen en laat dit controleren.

Slide 6 - Diapositive

Welke woordenschat heb je nodig om over stage/school te vertellen?

Slide 7 - Carte mentale

Woordenlijsten
  • Om je woordenschat te verbreden kun je ook een van de woordenlijsten gebruiken.
  • Dit zijn woorden en zinnen verzameld door studenten over school/stage.
  • Je hebt ook ruimte om je eigen woorden toe te voegen.
  • Er zijn ook verdiepende woordenlijsten beschikbaar.

Slide 8 - Diapositive

Thema's spreken/gesprekken
Kies één van de thema's en schrijf een zo uitgebreid mogelijk stukje tekst in het Engels.

Tegen welke woordenschat loop je aan?
Wat zou je nog moeten/willen weten?
Stel vragen aan mij waar nodig!

Slide 9 - Diapositive

Woordenschat oefenen
Jullie krijgen de vraag om woorden of zinnen die met de zorg te maken hebben te vertalen.
Er komen zowel meerkeuze als open vragen voorbij.
Ook zitten er een paar bij wat betreft iemand de weg wijzen.

Slide 10 - Diapositive

Vertaal naar het Engels: buil
A
bump
B
bruise
C
sprain
D
boink

Slide 11 - Quiz

Vertaal naar het Engels: wond zorg
timer
0:45

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: Anamnese gesprek
timer
0:45

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: waarschuwen
A
break
B
bruise
C
warn
D
wrist

Slide 14 - Quiz

Vertaal naar het Engels: ADL
timer
0:45

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: blauwe plek
A
blue spot
B
black spot
C
bruis
D
bruise

Slide 16 - Quiz

Vertaal naar het Engels: Ik zorg voor mensen met een handicap.
timer
0:45

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: unconscious
A
bewust
B
berust
C
bewusteloos
D
berusteloos

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Clear and calm communication is essential for their understanding and comfort.
timer
0:45

Slide 19 - Question ouverte

He's very ill, so please doctor come ...

meteen
A
immediate
B
immediately

Slide 20 - Quiz

Vertaal naar het Engels: Ik ben stagiaire op een somatiek afdeling.
timer
0:45

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: snijden
A
sniper
B
cat
C
snyding
D
cut

Slide 22 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Go straight ahead until you see the big red building on your left.
timer
0:45

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: Anatomy
A
Anamnese
B
Anatomie
C
Anagram
D
Annotatie

Slide 24 - Quiz

Vertaal: Ik informeer de familie van de patient over de gezondheidstoestand.
timer
0:45

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: Evaluatie
A
Evaluation
B
Elevation
C
Evaporation
D
Evolution

Slide 26 - Quiz

Vertaal naar het Engels: Sla rechts af bij het stoplicht en loop dan nog 5 min.
timer
0:45

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: Care plan
A
Anamnese
B
Zorgeloos
C
Zorgplan
D
Zwaartepunt

Slide 28 - Quiz

Vertaal naar het Engels: Ik moet de patienten ondersteunen bij het eten.
timer
0:45

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: Observatie
A
Occasion
B
Observation
C
Occupation
D
Obstruction

Slide 30 - Quiz

Vertaal naar het Engels: De dokter heeft medicijnen voorgeschreven.
timer
0:45

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: Rehabilitation
A
Revolutie
B
Reactief
C
Relatiebemiddeling
D
Revalidatie

Slide 32 - Quiz

Hoe zeg je: Ik werk met dementerende ouderen.
timer
0:45

Slide 33 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: Ethics
A
Euforisch
B
Etnisch
C
Ethiek
D
Eufemisme

Slide 34 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Being patient and kind is crucial when caring for those with dementia.
timer
0:45

Slide 35 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: Aan de overkant van de straat
A
a cross on the street
B
cross over street
C
across the street
D
because of the street

Slide 36 - Quiz

Aan de slag!
Ga aan de slag met je verhaal of eigen planning voor deze les!
Of pak een woordenlijst en maak daarna een standaard verhaal over je stageplek.

Slide 37 - Diapositive

Thema's spreken/gesprekken
  • Jezelf
  • Je hobby's, wat doe je in je vrije tijd, sport
  • Opleiding
  • Stage
  • Je eigen woonplaats
  • Cultuur, Typisch Nederlands, Nederlanders, Nederland
  • De weg wijzen (GV)

Slide 38 - Diapositive