Zebra Hoofdstuk 10 extra opdrachten

Praten in een winkel
Vandaag leer je:
- Wat je kan zeggen als je in een winkel.
- Boodschappen doen.
- Een boodschappenlijstje maken.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Praten in een winkel
Vandaag leer je:
- Wat je kan zeggen als je in een winkel.
- Boodschappen doen.
- Een boodschappenlijstje maken.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Maak Oefening 9 en 10
Bladzijde 84 - 85

Slide 3 - Diapositive

Gesprekjes
We gaan samen de gesprekjes in de verschillende winkels oefenen. Zorg dat je je boodschappenlijstje van les 10 klaar hebt.

Slide 4 - Diapositive

Je bent klant. Wat zeg je?
1. Ga met je boodschappenlijst naar de winkel.
2. Vraag wat er in de aanbieding is.
3. Bestel dan de boodschappen van je lijst.
4. Heb je alle boodschappen? Zet een kruisje op je boodschappenlijst.
5. Betaal de boodschappen.

Slide 5 - Diapositive

Je bent verkoper. Wat zeg je?
1. Er komen klanten in je winkel.
Begroet de klant: Goedemorgen / Goedemiddag / Hallo.

2. Help de klant. Vraag of zeg:
Kan ik u helpen?
of: Wat mag het zijn?
of: Zeg het maar

Slide 6 - Diapositive

Je bent verkoper. Wat zeg je?
3. De klant bestelt een boodschap. Help de klant.
Vraag dan:
Anders nog iets?
of: Dat was het?
of: Was dat het?

Slide 7 - Diapositive

Je bent verkoper. Wat zeg je?
4. Hoeveel moet de klant betalen? Noem het bedrag. Zeg:
Dat is dan ....
of: Het kost ....
5. De klant gaat weg. Groet de klant. Zeg: Bedankt en tot ziens.

Slide 8 - Diapositive

Nu gaan we oefenen in Breakout rooms. 

Zorg dat je je boodschappenlijstje klaar hebt.
Leer de zinnen die je moet zeggen uit je hoofd. 

Slide 9 - Diapositive

Je bent verkoper bij bakker De Koning. Dit verkoop je:
Zachte witte broodjes: 8 halen, 4 betalen.
Nu € 1,60
Drie hele broden voor € 6,-.
Harde bruine broodjes, nu 6 voor € 2,50.
Heerlijke boterkoek:
250 gram voor € 1,50.
Appeltaartje: van € 2,70 voor € 1,80.
Drie voor € 5,-

Slide 10 - Diapositive

Je bent verkoper bij slager Hoefstra. Dit verkoop je:
een kilo gehakt: € 7,50
hele kip € 7,-, twee voor € 12,50
kippensoep, 1 liter voor € 3,50
salami, 100 gram € 2,99
beenham 250 gram € 7,-
grillworst met kaas, per stuk € 3,99

Slide 11 - Diapositive

Je bent verkoper bij groentezaak H. Teeuwen. Dit verkoop je:
twee kilo appels € 1,99
een kilo bananen € 1,89
vijf kilo aardappels € 5,49
pond tomaten € 1,49
komkommer per stuk € 0,95
kropsla € 0,85
drie citroenen voor € 1,35
tien sinaasappels € 2,99
zak uien € 1,25

Slide 12 - Diapositive

Je bent verkoper bij De viswinkel. Dit verkoop je:
tonijnfilet, € 5,-
zalmfilet, 100 gram € 3,-
Hollandse garnalen, 100 gram voor € 5,45
kilo sardines € 7,95
Aanbieding: heerlijke vissoep, halve liter (voor 2-3 personen) nu € 6,95

Slide 13 - Diapositive

Je bent verkoper bij de Voordeeldrogist. Dit verkoop je:
Voor onder de douche: Fa douche sport, van € 2,95 voor € 1,75
Voor de kinderen: Zwitsal zeep. Drie stukken van € 3,15 voor € 2,50.
Voor uw haar: Palmolive shampoo, fles € 1,89, nu drie voor € 5,-.
Voor in bad: Kneipp badolie, van € 12,95 voor € 9,19

Slide 14 - Diapositive

Je bent verkoper bij kaaswinkel Waayer. Dit verkoop je:
kilovoordeel:
kilo jonge kaas € 8,49                                 pond oude kaas € 5,89
Fetakaas, 150 gram voor € 1,35.                          kruidenboter, 100 gram € 1,08
Gorgonzola, 100 gram € 1,45
zwarte Griekse olijven, 200 gram € 1,30.                   eieren, doos zes stuks € 0,63

Lekker bij een glas wijn:
kaaskoekjes 250 gram € 2,25
Spaanse rode wijn, drie flessen € 7,50

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe ging het?
A
Heel goed! Ik wist zonder op mijn briefje te kijken wat ik moest zeggen.
B
Niet zo goed, ik begreep niet altijd wat ik moest zeggen.
C
Goed. Ik keek soms op mijn briefje, maar ik wist wat i k moest zeggen.
D
Bleehh, het was echt te moeilijk.

Slide 17 - Quiz