Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Quiz:
Wat weet je van Duitsland?
In deze quiz word je getest op je kennis
van de Duitse taal, politiek en cultuur.
Slide 2 - Diapositive
Duitsland is niet ingedeeld in provincies, maar in deelstaten. Hoeveel deelstaten heeft Duitsland?
A
11
B
16
C
20
Slide 3 - Quiz
Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
Slide 4 - Quiz
Wat is de bijnaam van bondskanselier Angela Merkel?
A
Die Professorin
B
Die Eiserne Dame
C
Mutti
Slide 5 - Quiz
Wat is de bijnaam van voetbalclub Bayern München?
A
FC Hollywood
B
FC Die Champions
C
FC Hollandia
Slide 6 - Quiz
In Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15
Slide 7 - Quiz
Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10
Slide 8 - Quiz
Welk landnummer moet je intoetsen als je naar Duitsland wilt bellen?
A
0049-
B
0031-
C
0032-
D
0044-
Slide 9 - Quiz
Je krijgt nu vier open vragen.
Het zijn vier woorden, die in het Duits en het Nederlands hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Per goed antwoord krijg je een punt.
Slide 10 - Diapositive
Wat is de Nederlandse betekenis van: doof?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de Nederlandse betekenis van: nett?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de Nederlandse betekenis van: Bahn?
Slide 13 - Question ouverte
Welk sportmerk is niet Duits?
A
Puma
B
Nike
C
Adidas
Slide 14 - Quiz
Hoe heette de munt van Duitsland voor de euro werd ingevoerd?
A
Reichskrone
B
Deutsche Mark
C
Reichsmark
Slide 15 - Quiz
Wat is de bijnaam van het Duitse voetbalelftal?
A
Die Bundeself
B
Die Deutschen Adler
C
Die Mannschaft
Slide 16 - Quiz
Welke volgorde hebben (van boven naar beneden) de kleuren van de Duitse vlag?
A
Zwart-rood-goud
B
Rood-goud-zwart
C
Goud-rood-zwart
Slide 17 - Quiz
Schattingsvraag: hoeveel inwoners heeft Duitsland?
Slide 18 - Question ouverte
Blufvraag: Welke Duitse automerken ken je? Het team met het hoogste bod mag het proberen. Wer wagt es?
Slide 19 - Question ouverte
Taboo Game
Wähle 5 Berufe
pro Karte ein Beruf
4-5 Eigenschaften/ Stärken/Schwächen/ Aktivitäten
4er Gruppe: Spiele Taboo
(2 gegen 2)
timer
5:00
Slide 20 - Diapositive
Richtung Zukunft
Grammatik:
Wiederholung Verben
Konjunktionen (voegwoorden)
Slide 21 - Diapositive
Wiederholung Verben, S. 158
weak verbs
stam ends on d/t
stam ends on a s sound
Slide 22 - Diapositive
S. 16
S. 158
timer
10:00
Slide 23 - Diapositive
Taboo Game
Wähle 5 Berufe
pro Karte ein Beruf
4-5 Eigenschaften/ Stärken/Schwächen/ Aktivitäten
4er Gruppe: Spiele Taboo
(2 gegen 2)
timer
5:00
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Voegwoorden en de volgorde van de werkwoorden in de bijzin
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
In short...
main clause: a sentence that can be on its own (SVO)