5.2 Handel in de Oost en de West

5.2 Handel in de Oost en de West
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

5.2 Handel in de Oost en de West

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Waar staat de afkorting VOC voor?
A
Varende Overzeese Christenen
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Voetballende Olifanten Club
D
Verenigde Oost-Nederlandse Compagnie

Slide 4 - Quiz

Waar staat de afkorting WIC voor?
A
West-Nederlandse Compagnie
B
Waardevolle Investeringscompagnie
C
Wereldwijde Inktvis Club
D
West-Indische Compagnie

Slide 5 - Quiz

Azië
Amerika
Suiker
Tabak
Specerijen
Alleenrecht

Slide 6 - Question de remorquage

Wat betekent het woord wereldeconomie?
A
Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen
B
Een economie waarin landen van uit heel Europa handel met elkaar drijven
C
Een wereld waarin alleen handel gedreven wordt via de VOC
D
Een wereld waarin Nederland het sterkste handelsland is

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Herhalen leerdoel vorige les

Uitleg §5.2

Zelfstandig werken

Quiz

Afsluiten
Planning

Slide 9 - Diapositive

Ga meteen klaar zitten met:

- boek (blz. 84)
- schrift
- pen


timer
0:30

Slide 10 - Diapositive

Wat weet je nog van?

- Twee bijzondere kenmerken van de VOC en WIC 




Schrijf in je schrijft in hele zinnen op wat je nog weet!
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

5.2 Handel in de Oost en de West
  • Je kunt uitleggen waarom kooplieden gingen samenwerken in een compagnie, en twee bijzondere kenmerken van de VOC en WIC noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom Europeanen op grote schaal in slaven handelden.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurde met mensen die tot slaaf waren gemaakt.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wereldeconomie

Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Handelen in mensen
  • 17e eeuw --> Europa had delen Amerika in bezit
  • Daar plantages --> winst maken
  • Plantages eerst bewerkt door inheemse bevolking van Amerika--> Veel stierven door ziektes + zware werk
  • Slaven uit Afrika halen om het werk te doen
  • Tussen 1500 - 1800 --> 11 miljoen slaven

Slide 19 - Diapositive

Handelen in mensen
  • Slavenhandel onderdeel driehoekshandel
  • WIC deed aan driehoekshandel
  • Veel winst mee gemaakt

Slide 20 - Diapositive

Handel in mensen
  • Destijds geen moeite met slavenhandel:
  • Zwarte mensen gezien als 'minder waard' want
  • Ze zouden achterlopen met techniek
  • Ze waren niet christelijk
  • Hun cultuur zou minder goed zijn.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

timer
15:00
Veel succes!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken: vraag 1 t/m 8 (5.2)
+ nakijken (mapjes liggen bij de docent)
Waarom?
Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?
Lees de teksten, markeer de belangrijkste stukken, maak de vragen
Zelfstandig, stil werken
Hulp?
Vraag de docent
Klaar?
Lees en markeer de tekst op blz. 90
Maak opdracht 9 t/m 12

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Het leven van de slaven
  • Hoe werd je slaaf? Door schulden of oorlog, later ook rooftochten
  • Eigendom slavenhandelaar --> geen rechten meer
  • Naar Amerika --> vastgeketend, slechte hygiëne en voedsel, kleine ruimte 
  • Werk op plantages: niet betaald, mishandeld als je je werk niet goed deed

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Het leven van de slaven
  • Verzetten -->
  • Oogst vernielen
  • Langzaam werken
  • Eigen naam, taal en geloof behouden
  • Slaven opstanden (vaak met geweld onderdrukt)
  • Weglopen 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Waar staat de afkorting VOC voor?
A
Varende Overzeese Christenen
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Voetballende Olifanten Club
D
Verenigde Oost-Nederlandse Compagnie

Slide 30 - Quiz

Wat is de driehoekshandel?
A
Handel tussen Europa, Afrika en Azië
B
Handel tussen Europa, Azië en Amerika
C
Handel tussen Azië, Afrika en Amerika
D
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika

Slide 31 - Quiz

Waar staat de afkorting WIC voor?
A
West-Nederlandse Compagnie
B
Waardevolle Investeringscompagnie
C
Wereldwijde Inktvis Club
D
West-Indische Compagnie

Slide 32 - Quiz

Azië
Amerika
Suiker
Tabak
Specerijen
Alleenrecht

Slide 33 - Question de remorquage

Wat werd er meegenomen van Afrika naar Amerika?
A
Wapens en juwelen
B
Tot slaaf gemaakten
C
Koffie, tabak, suiker
D
Geld

Slide 34 - Quiz

Wat werd er meegenomen van Europa naar Afrika?
A
Wapens en juwelen
B
Tot slaafgemaakten
C
Koffie, tabak, suiker
D
Geld

Slide 35 - Quiz

Wat werd er meegenomen van Amerika naar Europa?
A
Wapens en juwelen
B
Tot slaafgemaakten
C
Koffie, tabak, suiker
D
Geld

Slide 36 - Quiz

Wat betekent het woord wereldeconomie?
A
Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen
B
Een economie waarin landen van uit heel Europa handel met elkaar drijven
C
Een wereld waarin alleen handel gedreven wordt via de VOC
D
Een wereld waarin Nederland het sterkste handelsland is

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive