Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Conclusies trekken
Slide 1 - Diapositive
Conclusies trekken
Je kan aangeven of een verschil groot, middelmatig of gering is aan de hand van:
De phi-coëfficiënt
Het maximale verschil in cumulatief percentage (max. Vcp)
Het vergelijken van boxplots
De effectgrootte
Slide 2 - Diapositive
De phi-coëfficiënt
Kruistabel
Slide 3 - Diapositive
De phi-coëfficiënt
Slide 4 - Diapositive
Phi-coëfficiënt
phi ≈ -0,551
Groot als phi < -0,4 of phi > 0,4
Middelmatig als -0,4 ≤ phi < -0,2 of 0,2 < phi ≤ 0,4
Gering als -0,2 ≤ phi ≤ 0,2
Slide 5 - Diapositive
Bereken de phi-coëfficiënt bij de kruistabel, geef je antwoord in 3 decimalen.
Slide 6 - Diapositive
Bereken de phi-coëfficiënt bij de kruistabel, geef je antwoord in 3 decimalen.
Slide 7 - Question ouverte
De phi-coëfficiënt
Slide 8 - Diapositive
Phi-coëfficiënt
phi ≈ 0,264
Groot als phi < -0,4 of phi > 0,4
Middelmatig als -0,4 ≤ phi < -0,2 of 0,2 < phi ≤ 0,4
Gering als -0,2 ≤ phi ≤ 0,2
Slide 9 - Diapositive
Maximale verschil in cumulatief percentage
Histogram, polygoon
Relatief cumulatief frequentie
Slide 10 - Diapositive
Bepaal de relatieve cumulatieve frequentie van iedere klasse
Slide 11 - Diapositive
Wat is de relatieve cumulatieve frequentie van [69, 72> ?
Slide 12 - Question ouverte
Oplossing
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Waar werk jij liever voor?
Is er een verschil tussen overheid en bedrijf op vlak van het inkomen?
Slide 16 - Diapositive
Max Vcp (maximale verschil in cumulatief percentage)
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Max Vcp = 30,1
Slide 19 - Diapositive
Max Vcp = 30,1
De max Vcp ligt tussen de 20 en 40 dus het verschil is middelmatig.
Slide 20 - Diapositive
Maximale verschil in cumulatief percentage
Groot als max. Vcp > 40
Middelmatig als 20 < max. Vcp ≤ 40 Gering als max. Vcp ≤ 20
Slide 21 - Diapositive
Huiswerk:
opgave 72 tot en met 75
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Is het verschil groot, middelmatig of gering?
A
Groot
B
Middelmatig
C
Gering
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
30%
8%
Max VCP = 22%
Slide 26 - Diapositive
Boxplots vergelijken
Slide 27 - Diapositive
Boxplots vergelijken
Groot als boxen niet overlappen
Middelmatig als de mediaan van één boxplot buiten de andere box ligt
Gering in alle andere gevallen
Slide 28 - Diapositive
Boxplots vergelijken
Groot als boxen niet overlappen
Middelmatig als de mediaan van één boxplot buiten de andere box ligt
Gering in alle andere gevallen
Slide 29 - Diapositive
Is het verschil groot, middelmatig of gering?
A
Groot
B
Middelmatig
C
Gering
Slide 30 - Quiz
Boxplots vergelijken
Groot als boxen niet overlappen
Middelmatig als de mediaan van één boxplot buiten de andere box ligt
Gering in alle andere gevallen
Slide 31 - Diapositive
Teken de boxplots en bepaal het verschil tussen beide groepen.
Slide 32 - Diapositive
Is het verschil groot, middelmatig of gering?
A
Groot
B
Middelmatig
C
Gering
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Effectgrootte
Bij gemiddelde en standaardafwijking
Slide 35 - Diapositive
Effectgrootte
Bij gemiddelde en standaardafwijking
Slide 36 - Diapositive
Effectgrootte
Bij gemiddelde en standaardafwijking
Gemiddeldes twee toetsen zijn 5,5 en 5,8. Met standaardafwijking van 0,6 en 0,2.
Slide 37 - Diapositive
Effectgrootte
Bij gemiddelde en standaardafwijking
Gemiddeldes twee toetsen zijn 5,5 en 5,8. Met standaardafwijking van 0,6 en 0,2.
Slide 38 - Diapositive
Effectgrootte
Groot als E > 0,8
Middelmatig als 0,4 < E ≤ 0,8
Gering als E ≤ 0,4
Slide 39 - Diapositive
Effectgrootte
Nederlandse mannen zijn gemiddeld 184 cm lang, met een standaardafwijking van 7 cm. Nederlandse vrouwen daarentegen zijn gemiddeld 170 cm lang met een standaardafwijking van 6 cm.
Bereken de effectgrootte.
Slide 40 - Diapositive
Hoe groot is de effectgrootte? Rond af op 2 decimalen
Slide 41 - Question ouverte
Effectgrootte
Nederlandse mannen zijn gemiddeld 184 cm lang, met een standaardafwijking van 7 cm. Nederlandse vrouwen daarentegen zijn gemiddeld 170 cm lang met een standaardafwijking van 6 cm.
Bereken de effectgrootte.
Slide 42 - Diapositive
Effectgrootte
Groot als E > 0,8
Middelmatig als 0,4 < E ≤ 0,8
Gering als E ≤ 0,4
Slide 43 - Diapositive
Conclusies trekken
Kruistabel -> phi-coëffiënt
Relatieve cumulatieve frequentie -> max. Vcp
Twee boxplots -> vergelijken
Gemiddelde en standaardafwijking -> effectgrootte
Slide 44 - Diapositive
Huiswerk tot en met 79 afwerken volgens studiewijzer