De Industriële Revolutie: Van ambacht naar machines

De Industriële Revolutie: Van ambacht naar machines
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Industriële Revolutie: Van ambacht naar machines

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat de Industriële Revolutie inhoudt en welke gevolgen het had voor de samenleving.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om hier meer over te leren.
Wat weet je al over de Industriële Revolutie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Industriële Revolutie?
De Industriële Revolutie was een periode waarin de productie van goederen veranderde van ambachtelijk naar machinaal.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat de Industriële Revolutie inhoudt en wanneer deze plaatsvond.
Waar begon de Industriële Revolutie?
De Industriële Revolutie begon in Groot-Brittannië in de 18e eeuw.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit waar de Industriële Revolutie begon en wat de oorzaken waren van deze verandering.
Stoommachine
De stoommachine was een belangrijke uitvinding tijdens de Industriële Revolutie. Het zorgde ervoor dat machines niet langer afhankelijk waren van waterkracht.

Slide 6 - Diapositive

Laat een afbeelding zien van een stoommachine en leg kort uit hoe het werkt.
Massaproductie
Door massaproductie konden goederen veel sneller en goedkoper worden geproduceerd. Hierdoor werden producten toegankelijker voor de gewone man.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat massaproductie inhoudt en hoe dit de productie veranderde.
Arbeidsomstandigheden
De arbeidsomstandigheden in fabrieken waren vaak slecht. Lange werkdagen, lage lonen en gevaarlijke machines zorgden voor onveilige situaties.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit welke gevolgen de Industriële Revolutie had op de arbeidsomstandigheden van arbeiders.
Kinderarbeid
Tijdens de Industriële Revolutie werkten veel kinderen in fabrieken. Ze werkten lange dagen en hadden vaak geen tijd voor onderwijs of ontspanning.

Slide 9 - Diapositive

Laat een afbeelding zien van kinderen die werkten in fabrieken en leg uit waarom kinderarbeid zo'n groot probleem was.
Urbanisatie
Door de Industriële Revolutie trokken veel mensen van het platteland naar de stad op zoek naar werk in de fabrieken. Hierdoor ontstonden grote steden.

Slide 10 - Diapositive

Leg uit wat urbanisatie inhoudt en welke gevolgen dit had voor de samenleving.
Technologische ontwikkelingen
Naast de stoommachine waren er nog veel meer technologische ontwikkelingen tijdens de Industriële Revolutie, zoals de telegraaf en de naaimachine.

Slide 11 - Diapositive

Laat afbeeldingen zien van verschillende technologische ontwikkelingen en leg kort uit hoe deze machines werkten.
Kapitalisme
Tijdens de Industriële Revolutie ontstond het kapitalisme, waarbij de productiemiddelen in handen waren van particulieren in plaats van de overheid.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit wat kapitalisme inhoudt en welke gevolgen dit had voor de economie en de samenleving.
Einde van de les
Dit was de laatste slide van de les. Bedankt voor het luisteren!

Slide 13 - Diapositive

Vat kort samen wat er in de les is behandeld en geef aan dat er ruimte is voor vragen en opmerkingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.