Rekenen met verhoudingen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Rekenen met verhoudingen

Verhoudingen

Wat is het doel van vandaag?

Lesdoel: de leerlingen kunnen laten zien dat zij opgaven met verhoudingen kunnen oplossen, eventueel met behulp van een model. Alle leerlingen kunnen aan de hand van een casus ten minste één manier van oplossen correct aan elkaar en aan de leerkracht verwoorden.

Juf Christel wandelt 6 km/u.
Hoe ver is zij na 20 minuten?

1. 4 km
2. 5km
3. 3km
4. 2km

Momn gaat sinaasappels kopen.
1 kilo sinaasappels kost € 1,70. Hoeveel
betaalt hij voor 2,5 kilo sinaasappels?

1. € 4,25
2. € 4,10
3. € 4,60
4. € 4,50

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

Marwaan gaat een ritje maken op een
racefiets. 25% van de fietstocht is 15 km.
Hoe lang is de hele fietstocht?

1. 150 km
2. 30 km
3. 60 km
4. 600 km

VERHOUDINGSTABEL

Mawaahib en Nawaal gaan samen boodschappen doen op de markt. Er zijn 2 kramen met sokken. Bij kraam A staat: 5 paar sokken voor € 4,00. Bij kraam B staat: 8 paar sokken voor € 6,50. Bij welke kraam kunnen ze hun sokken het beste kopen? 

Paar sokken
Kosten

Paar sokken
Kosten

Kraam A

Kraam B

DUBBELE GETALLENLIJN

Afnane en Rojda gaan samen sieraden maken en verkopen. In 2,5 uur maakt Afnane 8 sieraden. Rojda maakt in 4 uur 12 sieraden. Wie is sneller?

Afnane

Rojda

Wat ga je doen?

1. Maak de opdracht (         )
   eerst zelfstandig en in stilte.
2. Daarna in 2- of 3-tallen bespreken. Bedenk samen zoveel mogelijk verschillende manieren om het op te lossen.
3.  Daarna gaan een aantal kinderen hun oplossing laten zien op het bord. Zorg dus dat iedereen van je groepje de oplossingen kan uitleggen!
4. Al eerder klaar? Begin alvast aan de zelfstandige opdrachten.

Opdracht

Murhaf, Malak en Jonas gaan penalty's schieten. 

Murhaf schiet er 9 van de 20 in. 

Malak schiet er 11 van de 25 in. 

Jonas schiet er 4 van de 10 in. 

Wie heeft er gewonnen?

Verlengde instructie

Amira en Lojain gaan limonade maken voor de iftar. Amira doet 3 liter siroop bij 10 liter water. Lojain doet 4 liter siroop bij 13 liter water. Wie maakt de limonade het zoetst?

Siroop
Water

Siroop
Water

Amira

Lojain

Verlengde instructie

Amira en Lojain gaan limonade maken voor de iftar. Amira doet 3 liter siroop bij 10 liter water. Lojain doet 4 liter siroop bij 13 liter water. Wie maakt de limonade het zoetst?

Amira

Lojain

Extra ruimte verlengde instructie

                         Aan de slag!

1. Je gaat zelfstandig en in stilte aan de slag met het werkblad 
2. Gebruik je blokje om een vraag te stellen
   
3. Klaar? Vraag om het antwoordmodel en kijk zelf na
4. Nagekeken? Ga verder met je weektaak

Evaluatie / afsluiting

Lesdoel: de leerlingen kunnen laten zien dat zij opgaven met verhoudingen kunnen oplossen, eventueel met behulp van een model. Alle leerlingen kunnen aan de hand van een casus ten minste één manier van oplossen correct aan elkaar en aan de leerkracht verwoorden.