KLas 3 par. 4.1 Dekolonisatie 21-22

Dekolonisatie van Ned.Indië
Klas 3 SGDB
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Dekolonisatie van Ned.Indië
Klas 3 SGDB

Slide 1 - Diapositive

In deze presentatie leer je:
  • Welke invloed de Tweede Wereldoorlog had op de dekolonisatie
  • Hoe de Nederlandse kolonies zelfstandig en onafhankelijk werden.


Slide 2 - Diapositive

wat is dekolonisatie?

Slide 3 - Question ouverte

De invloed van WO II en de Koude Oorlog
  • Door de Tweede Wereldoorlog was het nationalisme in Azië versterkt. De Japanners hadden de inheemse volken opgezet tegen het Westen. Hierdoor dekoloniseerde Azië na de oorlog snel.
  • De nieuwe supermachten, de VS en de Sovjet-Unie, waren tegenstanders van kolonialisme en steunden de dekolonisatie. 



Slide 4 - Diapositive

1. Benoem waarom de VS tegen kolonisatie was.
2. Benoem waarom de SU tegen kolonisatie was.

Slide 5 - Question ouverte

Welke koloniën had Nederland net na WO II nog?

Slide 6 - Question ouverte

Suriname en de Nederlandse Antillen werden in 1954 op een vreedzame manier zelfstandige landen. In 1975 werd Suriname een onafhankelijke republiek.


De Antillen werden in 2010 als eenheid opgeheven. Drie delen zijn nu zelfstandige landen en de overige drie zijn bijzondere gemeenten van Nederland.

Slide 7 - Diapositive

Onafhankelijkheid Indonesië
  • Op 17 augustus 1945 (twee dagen na de Japanse capitulatie) riep Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uit.
  • Nederland accepteerde dit niet en zag Soekarno als een collaborateur met/van de Japanners.
  • In Nederland zag men het verlies van Ned.Indië als een nationale ramp (Indië verloren, rampspoed geboren!).

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Politionele acties I
  • Na de Japanse capitulatie waren de Japanners gebleven op de Nederlanders in kampen te beschermen. Spoedig werden zij vervangen door de "Tommies" (de Britten).
  • Deze tijd heet de Bersiap (= Maleis voor "Pas op!"). Indonesische nationalisten waren erop uit om de Nederlanders hun land uit te jagen.

Slide 10 - Diapositive

Politionele acties II
  • In maart 1946 werd het gezag door de Briiten overgedragen aan Nederlandse militairen.
  • Op 15 november 1946 sloot een vertegenwoordiging van de Nederlandse regering de akkoorden van Linggadjati met de Indonesische nationalisten
  • De belangrijkste afspraak was: Nederland en de Republiek werken samen "tot de spoedige vestiging van een souvereinen, democratischen staat op federatieven grondslag, genaamd de Vereenigde Staten van Indonesië", die het "geheele grondgebied van Nederlandsch-Indië" moet omvatten.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat was de naam van het Nederlandse leger in Indië?

Slide 13 - Question ouverte

Politionele acties III
  • Nederland probeerde ondanks de akkoorden met twee militaire acties Nederlands-Indië weer onder controle te krijgen. 
  • Deze militaire acties werden  "politionele acties" genoemd. Volgens de Nederlanders betrof het een binnenlandse aangelegenheid en dan zet je de politie in (niet het leger, het was in de ogen van het de toenmalige regering geen oorlog).

Slide 14 - Diapositive

Politionele acties IV
  • Onder druk van de VS en de VN besloot Nederland uiteindelijk af te zien van de 'herovering' van Indië
  • Een belangrijke troef voor de V.S. was de Marshallhulp (Amerikaans financieel en economisch herstelpragramma na WOII)
  • Tijdens de rondetafelconferentie in Den Haag op 2 november 1949 werd de soevereiniteitsoverdracht getekend. 
  • Tot 15 augustus 2005 erkende Nederland 17 augustus 1945 datum van onafhankelijkheid.

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel Indonesiërs zijn er ongeveer omgekomen tijdens de Politionele acties?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Vidéo

Wanneer riep Soekarno de onafhankelijke republiek Indonesië uit?

Slide 18 - Question ouverte

Wanneer werd Nederlands-Indië onafhankelijk van Nederland?

Slide 19 - Question ouverte