§3.1 Nederland en Frankrijk: energiebronnen en energieverbruik

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

 Bronnen van energie in Nederland en Frankrijk

Duurzame energie.

Fossiele brandstoffen.

§3.1 Nederland en Frankrijk: energiebronnen en energieverbruik

Leerdoelen

Aan het einde van deze paragraaf: 

• Je weet welke factoren het energieverbruik in een land beïnvloeden.
  
• Je weet hoe Nederland en Frankrijk aan hun energie komen.
  
• Je kunt verschillen en overeenkomsten in de Nederlandse en Franse energievoorziening verklaren.

Energieverbuik

De hoeveelheid en het soort energiebronnen dat we gebruiken, wisselt. Dit komt door: 

• Oorlog / politieke onrust
• Zorg om het milieu en/of klimaat
• (Corona)crisis
• Energiebesparende maatregelen

De belangrijkste energiebron in

 Nederland  = aardgas. 

Frankrijk  kernenergie(70%) en waterkrachtcentrales. 

Nederland

Frankrijk

Op welke manier wekt Frankrijk de meeste stroom op?

1. Waterkracht
2. Aardgas
3. Biomassa
4. Kernenergie

Waarom is het in Nederland minder makkelijk om geld op te wekken met waterkracht centrales?

Waarom is het in Nederland minder makkelijk om stroom op te wekken met waterkracht centrales?

Ben jij voor of tegen kernenergie?

Voor

Tegen

§3.2 Nederland: energie om je heen

Leerdoelen

Aan het einde van deze paragraaf: 

• Je begrijpt waarom Nederland de aardgaswinning in Groningen stopzet.
  
• Je begrijpt hoe door nieuwe energiebronnen ook het landschap kan veranderen.
  
• Je kunt beschrijven welke rol Nederland speelt in de distributie van energiebronnen in West-Europa.

Wat zie je op de afbeelding?

Waarom is besloten te stoppen met de aardgaswinning in Groningen?

Waarom is besloten te stoppen met de aardgaswinning in Groningen?

De winning zorgt voor bodemdaling. Zo ontstaan aardbevingen waardoor huizen beschadigen.

De aardwinning in Groningen is stopgezet omdat..

..de winning zorgt voor bodemdaling. Zo ontstaan aardbevingen waardoor huizen beschadigen.

Wat wordt bedoeld met energietransitie?

1. Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
2. Het transport van de duurzame energiesoorten.
3. De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
4. Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

• Nederland koopt veel energiebronnen in en verkoopt deze weer aan andere landen > doorgeefluik.
  

• Nederland is een energiedistributeur van West-Europa.
  

Aan de slag

Maken: opdrachten 3.1 & 3.2 

Morgen: 3.3 Energie in het landschap