Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel 5.
Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Een bruine boon is een...
A
Zaad
B
Plant
C
Kiem
D
Vrucht
Slide 5 - Quiz
De zaadhuid van de bruine boon....
A
zorgt voor groei
B
zorgt dat de bruine boon water kan opnemen
C
zorgt voor bescherming van de boon
D
zorgt ervoor dat de bruine boon haar kan krijgen
Slide 6 - Quiz
Sleep de namen naar het juiste nummer.
Zaadhuid
Navel
Poortje
Hartvormig bultje
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is de navel?
A
Een witte, ronde vlek op de bruine boon
B
Een opening waar water door kan
C
Een dun vlies aan de buitenkant van de bruine boon
D
Een bultje op de bruine boon
Slide 8 - Quiz
Door welk onderdeel neemt een bruine boon water op?
A
poortje
B
navel
C
hartvormig bultje
D
zaadhuid
Slide 9 - Quiz
Wat is de zaadhuid?
A
Een opening waar water door kan
B
Een witte, ronde vlek op de bruine boon
C
De plek waar de boon vastzat in de vrucht
D
Een dun vlies aan de buitenkant van de bruine boon
Slide 10 - Quiz
Met welk nummer zat de bruine boon in de peulvrucht vast?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Welk deel van de bruine boon bevat reservevoedsel?
A
de zaadlob
B
de zaadhuid
C
de navel
D
het kiemplantje
Slide 12 - Quiz
De juiste volgorde voor de levenscyclus van de bruine boon is ....
A
groei, bloei, zaadvorming, kieming
B
kieming, groei, bloei, zaadvorming
C
bloei, zaadvorming, kieming, groei
D
zaadvorming, kieming, groei, bloei
Slide 13 - Quiz
In de tekening van de binnenzijde van de bruine boon zijn de delen 1, 2 en 3 aangegeven. Bij het ontkiemen van een plantje uit een bruine boon worden bepaalde delen van een zaad groter. Eén deel wordt dan juist kleiner. Wat wordt bij de ontkieming groter en wat wordt er kleiner?