4.1. Filosofisch debat over het welzijnsdilemma

4.1. Filosofisch debat over het welzijnsdilemma
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

4.1. Filosofisch debat over het welzijnsdilemma

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Wat voorspelde Karl Marx?
A
het liberalisme zou in heel de wereld overheersen.
B
De koning zou onthoofd worden.
C
De bourgeoisie zou in opstand komen.
D
De arme arbeiders zouden in opstand komen.

Slide 7 - Quiz

Wat is een idee van Karl Marx?
A
Belastingsverhoging
B
Productiemiddelen in handen van het volk
C
Belastingsverlaging

Slide 8 - Quiz

Wat voorspelde Karl Marx?
A
De arme burgers zouden in opstand komen
B
De koning zou onthoofd worden
C
De burgers moesten aandelen kunnen kopen
D
De uitvinding van de computer

Slide 9 - Quiz

Karl Marx is de grondlegger van het..
A
Liberalisme
B
Confessionalisme
C
Socialisme
D
Communisme

Slide 10 - Quiz

Wat waren de ideeën van Karl Marx?
A
De staat moet gelijkheid introduceren
B
Vijf jaren plannen leiden tot een sterke economie
C
De arbeiders nemen de macht over
D
Er bestaat alleen gemeenschappelijk bezit

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Was Adam Smith voor mercantilisme
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Adam Smith is de grondlegger van het..
A
Liberalisme
B
Confessionalisme
C
socialisme
D
Communisme

Slide 14 - Quiz

De econoom Adam Smith vond dat...
A
... De overheid regels voor de economie moest invoeren
B
... ondernemers zich moesten houden aan de volkssouvereiniteit
C
... je de markt vrij moest laten (laissez-faire)
D
... er mercantilistisch beleid moest worden ingevoerd.

Slide 15 - Quiz

Volgens Adam Smith was het de taak van de overheid om ....
A
de economie met allerlei wetten te sturen
B
de eigen economie te beschermen tegen andere landen
C
zich zo min mogelijk te bemoeien met de economie
D
zich actief te bemoeien met de economie

Slide 16 - Quiz

Uitspraken juist of onjuist?
A. Volgens Adam Smith zou economische vrijheid leiden tot meer welvaart voor iedereen.
B. Adam Smith vond dat de overheid het mechanisme van vraag en aanbod moest regelen.
A
Beide uitspraken zijn onjuist.
B
A is juist en B is onjuist.
C
B is juist en A is onjuist.
D
Beide uitspraken zijn juist.

Slide 17 - Quiz

burgerij(fabrikanten)
arbeiders
vrijheid
gelijkheid
Adam Smith
Karl Marx en Friedrich Engels
Als iedereen eigenbelang nastreeft in de economie zal de welvaart in de hele samenleving stijgen
solidariteit.. Verdeling goederen, geld en macht. De samenleving is maakbaar.
nachtwakerstaat. 
grote rol. 
Beperkt kiesrecht (censuskiesrecht)
algemeen kiesrecht
individu
Collectief

Slide 18 - Question de remorquage

Karl Marx
Adam Smith
Hoe vrijer de markt, hoe meer mensen hun lot willen verbeteren
Wie heeft, krijgt meer, wie niet heeft, krijgt nog minder. Dit is onwenselijk
Bestaanszekerheid
Eigen verantwoordelijkheid

Slide 19 - Question de remorquage

Liberalisme
Communisme
Socialisme
Confessionalisme
Sociale kwestie vanuit geloof oplossen
Adam Smith
Karl Marx
Overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien
De sociale kwestie zal zichzelf oplossen
Fabrieken moeten van de overheid zijn
Er moet een revolutie komen
Overheid moest sociale wetten maken
Vakbond
Overheid heeft plicht om voor burgers te zorgen

Slide 20 - Question de remorquage