HV2F - 22-04-2024 - CH5H

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

HV2F ~ français ~ 22-04-2024

Le saviez-vous?

Les objectifs du cours dernier

• Je kunt de belangrijkste informatie uit een film begrijpen. 
  
  
• Je weet hoe je zoekend moet kijken.
  
  
• Je kent woorden die te maken hebben met sporten.

Les objectifs du cours (lesdoelen)

• Je weet hoe je een vraag stelt in het Frans.

Devoirs pour le 25 avril

• Faire: ex. 30 + 31 (p. 36-39)
  
  
• Apprendre: grammaire D + H (p. 43)

Le programme

• Herhaling grammaire D
  
  
• Explication
  
  
• Travailler

Il ___ parle ___ français.

1. ne ___ pas
2. n' ___ pas

Elle ___ aimes ___ la robe?

1. ne ___ pas
2. n' ___ pas

Maak ontkennend:
Nous regardons la télé.

Maak ontkennend:
Ils aiment la pizza.

Le programme

• Herhaling grammaire D
  
  
• Explication: ex. 30a (p. 36)
  
  
• Travailler

Poser une question (aantekeningen)

Een vraag stellen

1. Gewone zin + vraagteken en intonatie
Tu es malade. / Tu es malade?

2. Est-ce que/qu' + gewone zin + vraagteken en intonatie
Est-ce que tu es malade?

Vraagwoorden (aantekeningen)

où

quand

comment

combien

pourquoi

qui

qu'est-ce que

Vraagwoorden (aantekeningen)

où = waar

quand = wanneer

comment = hoe

combien = hoeveel

pourquoi = waarom

qui = wie

qu'est-ce que = wat

Vraagwoorden (aantekeningen)

1. Begin of einde van de zin
Comment tu t'appelles? / Tu t'appelles comment?

2. Vraagwoord + est-ce que + gewone zin
Comment est-ce que tu t'appelles?

Le programme

• Herhaling grammaire D
  
  
• Explication
  
  
• Travailler
  Faire: ex. 30 + 31 (p. 36-39)
  Fini? Apprendre grammaire D + H (p. 43)